Buitenland

„Identificatie tsunami-doden verloopt vlot”

Op het Thaise eiland Phuket worden dagelijks gemiddeld dertig slachtoffers van de zeebeving geïdentificeerd. In totaal zijn nu ongeveer 300 succesvolle identificaties uitgevoerd, vertelde Pieter Wiersinga, leider van het Rampen Identificatie Team (RIT), vrijdag.

Buitenlandredactie
11 February 2005 20:54Gewijzigd op 14 November 2020 02:13
BANDA ATJEH – De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Fischer (l.), bezocht vrijdag de hoofdstad van Atjeh, Banda Atjeh, om de hulpverlening die Duitsland levert met eigen ogen te zien. Naast hem de Indonesische minister van Transport, Hatta Rajasa.
BANDA ATJEH – De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Fischer (l.), bezocht vrijdag de hoofdstad van Atjeh, Banda Atjeh, om de hulpverlening die Duitsland levert met eigen ogen te zien. Naast hem de Indonesische minister van Transport, Hatta Rajasa.

Hij is voor de tweede keer terug op Phuket. De omstandigheden waaronder hij en zijn mannen hun werk moeten doen, zijn inmiddels stukken verbeterd. Er is geen sprake meer van de chaotische situatie zoals die gold op het tempelcomplex bij Khaolak, waar de identificaties de eerste weken na de tsunami werden uitgevoerd. De RIT’ers opereren nu op een goed ingerichte locatie in de buurt van het vliegveld.

Volgens Wiersinga zijn van de ruim 5000 slachtoffers ongeveer 2000 lichamen nog niet of onvoldoende onderzocht op kenmerken. Dat werk zal nog vier tot zes weken in beslag nemen en zolang zullen de Nederlanders in volle RIT-sterkte (dertig man) op Phuket blijven. Zes mensen van het team houden zich bezig met het vergelijken van de gegevens, wat tot identificatie van slachtoffers leidt. Volgens Wiersinga „duurt het nog wel even” voordat dat werk klaar is. De teamleider en zijn mannen keren volgende week terug naar Nederland, dan komt er nieuwe aflossing.

Tot nu toe zijn achttien Nederlandse slachtoffers geïdentificeerd. In het rampgebied worden nog twintig Nederlanders officieel vermist. Vijf landgenoten zijn „moeilijk traceerbaar.” De geïdentificeerde lichamen worden, in tegenstelling tot de eerste weken na de zeebeving, snel vrijgegeven voor de familie, aldus Wiersinga.

De wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft de internationale gemeenschap vrijdag opgeroepen extra hulp te bieden aan de ongeveer 40.000 zwangere vrouwen die als gevolg van de zeebeving ontheemd raakten. „We moeten speciale aandacht schenken aan deze vrouwen en aan hun kinderen die de komende tijd ter wereld komen”, aldus Joy Phumaphi van de WHO in een vrijdag verschenen verklaring.

De zorg van de WHO betreft vooral vluchtelingenkampen in India en Sri Lanka, waar vaak onvoldoende middelen zijn om in te grijpen bij eventuele complicaties tijdens bevallingen. De WHO heeft de betrokken landen opgeroepen zorg te dragen voor speciale plekken in kampen waar vrouwen kunnen bevallen en waar hun kinderen verzorgd kunnen worden.

In het getroffen noorden van het Indonesische eiland Sumatra is een op de acht kinderen ondervoed. Dat blijkt uit onderzoek dat Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, vrijdag publiceerde.

Bovendien blijkt ruim 42 procent aan diarree te lijden, heeft bijna 60 procent koorts en heeft bijna 70 procent last van hoest. Voor het onderzoek zijn in het gebied rond de hoofdstad Banda Atjeh 614 kinderen tussen de zes maanden en vijf jaar onderzocht.

De kinderen hebben vooral snel zuiver water, voedsel en inentingen nodig. Unicef is samen met de lokale autoriteiten begonnen de 1,3 miljoen kinderen in de regio Banda Atjeh tegen mazelen in te enten.

Het parlement van Sri Lanka heeft vrijdag ingestemd met noodwetgeving ten behoeve van de hulpverlening aan de slachtoffers van de zeebeving. De noodwetten geven politie, leger en andere veiligheidsdiensten vergaande bevoegdheden om bijvoorbeeld huizen en voertuigen te doorzoeken. Iedereen die de hulpverlening blokkeert of anderszins frustreert, en mensen die „valse geruchten” verspreiden, kunnen worden opgepakt.

De grootste oppositiepartij UNP keerde zich tegen de wetten. Ze vreest dat de staat de bevoegdheden zal misbruiken voor politieke doeleinden, bijvoorbeeld tegen separatistische Tamil-rebellen. Om diezelfde reden keurde ook een Tamil-partij in de volksvertegenwoordiging de wetten af.

De uitgebreide bevoegdheden voor de veiligheidsdiensten golden eigenlijk al sinds 4 januari, maar zonder parlementaire toestemming. Het was vrijdag de eerste keer dat het parlement zich over de kwestie boog. De noodwetten zijn voorlopig voor een periode van vier weken van kracht.

De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch toonde zich vrijdag bezorgd over de politieke situatie in Sri Lanka na de tsunami’s van 26 december. De organisatie is vooral bevreesd voor de gevolgen van de moord op een hooggeplaatste functionaris van de Tamil Tijgers (LTTE) eerder deze week. Deze rebellengroep strijdt sinds begin jaren tachtig voor een eigen Tamil-staat op Sri Lanka. De groepering en de overheid sloten in 2002 een wapenstilstand en Human Rights Watch is bang dat deze overeenkomst nu onderuitgaat.

De regering in Colombo zei vrijdag niets van doen te hebben met de moord op een van de leiders van Tamil Tijgers afgelopen maandag. Een regeringswoordvoerder verklaarde dat een opstandige afsplitsing van de Tamil Tijgers de moordaanslag heeft gepleegd. Hij prees de Tamil Tijgers voor hun terughoudende reacties op de moord en hij riep de rebellengroep op in dialoog te blijven over het vredesproces en over de hulpverlening na de zeebeving.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer