Weinig enthousiaste leerlingen
Het is niet zo rooskleurig gesteld met het enthousiasme van leerlingen als dr. W. Fieret vrijdag 4 februari in zijn column in het katern Mensen schrijft, stellen Henk Dijkgraaf
en Pieter Verhoeve . Veel leerlingen zijn wel enthousiast te krijgen, maar dat vergt veel energie. Stel: je ontmoet een docent die zich beklaagt over het gebrek aan interesse bij zijn leerlingen. Vervolgens loop je een willekeurig klaslokaal binnen en je ziet een stel jongelui ijverig aan het werk. Je tikt een van de jongelui op de schouder en vraagt wat hij aan het doen is. Enthousiast vertelt hij z’n verhaal en je verlaat het klaslokaal met de vraag in je achterhoofd: Hoezo, gebrek aan interesse?
Irrealistisch? Nee. Zo’n tafereel kun je elke dag in honderden klaslokalen in Nederland aantreffen.
Dr. W. Fieret, rector van het Van Lodensteincollege, deed onlangs eenzelfde ervaring op. Hij had een artikel gelezen van een ietwat verzuurde docent die een boekje opendeed over de desinteresse van zijn leerlingen. En passant probeerde deze docent zijn eigen onmacht te verhullen door kritiek te leveren op de onderwijsvernieuwingen. Die zouden gebaseerd zijn op een optimistisch mensbeeld dat ervan uitgaat dat kinderen willen leren.
Fieret voelde wel aan waar de schoen wrong en werd nog eens bevestigd in zijn mening toen hij een open dag van zijn eigen school bijwoonde. „Met veel genoegen zag ik hoe leerlingen van 14 en 15 jaar over hun leerervaringen vertelden. Zij gaven door wat en hoe ze geleerd hadden. Die gezichten waren niet vertrokken van pijn. Ik merkte evenmin dat dat leren tegen hun natuur was ingegaan. Integendeel, ze waren opgetogen”, zo schrijft Fieret over zijn ervaringen in zijn column Eigenwijsheid in het katern Mensen van vorige week vrijdag.
Wel pijn
Het wekt misschien enige verbazing dat Fieret rekening had gehouden met de mogelijkheid dat zijn leerlingen pijn hadden geleden. Natuurlijk speelde Fieret niet serieus met die mogelijkheid. Ze was slechts ingegeven door het artikel van de verzuurde docent die leren in verband had gebracht met ”inscherpen”. Als leren werkelijk iets met inscherpen had te maken, had Fieret bedacht, zou het vergezeld gaan van pijn en verwrongen gezichten. Nee dus.
Fieret ziet het nieuwe leren wel zitten. Maar hoe dat nou precies zit met dat nieuwe leren wordt in zijn column niet geheel duidelijk. Leraren moeten volgens Fieret aansluiting zoeken bij de leefwereld van hun leerlingen. Maar nieuw is die stelling niet en er is ook genoeg op af te dingen. De zenders MTV en TMF sluiten eveneens aan bij de leefwereld van jongeren en met veel succes.
Wanneer we leerlingen in TMF/-MTV-stijl tegemoet treden, zal het met hun motivatie wel meevallen. Maar een dergelijke benadering heeft geduchte consequenties voor de inhoud van het programma. Probeer je leerlingen wat in te scherpen, dan wil het met de motivatie van leerlingen wel eens tegenvallen. Als je echt iets wilt leren, moet je daar moeite voor doen. Je moet je van alles en nog wat ontzeggen en je moet je vlees weten te kruisigen. En dat doet pijn.
Offers
Over vlees gesproken, kinderen nemen als ze het klaslokaal binnenkomen hun ondeugden gewoon mee. Fieret moge het mensbeeld achter de nieuwe didactiek blijkens zijn column niet problematisch vinden, feit is dat de onderwijskundige vernieuwingen de ideale leerling als uitgangspunt hebben, een leerling die je wellicht ontmoet op een open dag van het Van Lodensteincollege, maar die je slechts zelden in de schoolbanken aantreft.
Veel leerlingen -en met hen veel volwassenen- hebben moeite zich uit hun beperkte leefwereld los te maken en zich te wijden aan iets waar ze zelf niet voor gekozen hebben. Dat heeft vaak nog meer met onvermogen dan onwil te maken. Hebben ze eenmaal hun onvermogen overwonnen, dan blijkt dat lezen en schrijver vaak interessanter te zijn dan verwacht. Want als je de moeite genomen hebt je ergens in te verdiepen, dan openen zich werelden en bloeien interesses op die je tevoren niet eens kon vermoeden. Het gebrachte offer blijkt meer dan de moeite waard te zijn geweest. Helaas vraagt het nieuwe leren zulke offers niet.
Het is niet onze bedoeling te eindigen in machteloze depressiviteit. Het zou alleen een grove fout zijn je in te beelden dat wanneer je bij het betreden van een lokaal een stel enthousiaste leerlingen begroet, dat enthousiasme betrekking zou hebben op datgene wat je hun wilt gaan vertellen. Leerlingen zijn niet per definitie geïnteresseerd, net zo min als ze per definitie ongeïnteresseerd zijn. Maar er is wel een barrière te slechten voordat ze zich met overgave wijden aan de dingen die er toe doen. Daarom tuchtigt een vader de zoon die hij liefheeft.
De auteurs zijn respectievelijk docent Engels aan de christelijke scholengemeenschap Het Streek in Ede en docent geschiedenis aan het reformatorische Wartburg College in Dordrecht.