Waarom stopt prekenserie "Uit den schat des Woords"?
Van de prekenserie ”Uit den schat des Woords” (met preken van predikanten uit de Gereformeerde Gemeenten) verschijnt deze maand de 75e jaargang. Het is opeens de laatste editie. Waarom?
Vijf vragen aan René Heij, uitgever bij uitgeverij De Banier.
Wat is de reden van het beëindigen van deze bekende prekenserie?
„De belangstelling voor deze serie liep de afgelopen jaren steeds terug. Op een gegeven moment moet je als uitgever dan met pijn in het hart besluiten te stoppen met een serie, omdat die niet meer uit kan.”
De belangstelling loopt terug. Is dat een veeg teken van het huidige geestelijke klimaat?
„Dat zou ik niet zo durven stellen. Feit is dat er vandaag de dag veel meer preken beschikbaar zijn dan tientallen jaren geleden. Ze zijn toegankelijk in boekvorm, bij grotere en kleinere uitgeverijen, maar zeker ook op internet. Ik hoor om mij heen ook steeds vaker dat mensen een preek beluisteren tijdens een autorit, of als ze het huishouden aan het doen zijn. Dat doen zowel jongeren als ouderen. Er worden anno 2024 zeker nog wel preken gelezen en beluisterd, maar het aanbod ervan is groter en neemt ook andere vormen aan.”
De eerste jaargang verscheen in 1947. Wie was de initiator daarvan? Welke preken stonden er in die eerste aflevering?
„De eerste jaargang verscheen in 1947, op initiatief van de predikanten G.H. Kersten en C. Steenblok. Hun stond „een jaarlijkse uitgave van een zestiental preken” voor ogen. Ze hadden verschillende predikanten van de Gereformeerde Gemeenten aangezocht om hun medewerking te verlenen. Dit deden zij op herhaald verzoek vanuit de gemeenten, zelfs van classicale vergaderingen, zo blijkt uit het Voorwoord van de eerste jaargang. De eerste editie bevatte preken van ds. Steenblok (vijf preken), ds. Kersten (vier), ds. A. van Stuijvenberg, ds. W. de Wit, ds. W.C. Lamain (twee), ds. Chr. van Dam (twee) en ds. J. Fraanje.
Overigens verscheen in de jaren vijftig iedere maand een preek in de serie. Die werden gebonden uitgegeven in jaargangen, maar de nummering daarvan liep enkele jaren uit de pas met die uit de serie. Zo bevatte de gebonden vierde jaargang twaalf preken uit 1953 en 1954, die samen de „7e jaargang” werden genoemd. In de gebonden vijfde jaargang stonden weer preken uit 1951 en 1952, terwijl de gebonden zesde jaargang preken bevatte uit de tiende jaargang 1956-1957. Vanaf de 26e gebonden jaargang is er geen sprake meer van een verzameling van maandelijks verschenen preken.”
Uit den schat des Woords” is bedoeld, zo maakte De Banier ieder jaar bekend, „als handreiking voor de leesdiensten, maar ook voor persoonlijk gebruik”. Lezen mensen thuis preken, tot hun stichting?
„Er zullen zeker mensen zijn die thuis tot hun stichting deze preken lezen, maar we beschikken niet over gegevens om dit hard te kunnen maken.”
Werden alle predikanten van de Gereformeerde Gemeenten gevraagd? En, deden ze ook allemaal mee?
„In principe konden alle predikanten van de Gereformeerde Gemeenten hun bijdrage leveren. In de praktijk zie je dat er predikanten zijn die graag meewerkten, terwijl anderen liever bedankten, om uiteenlopende redenen. Wel is het altijd het streven geweest om een bepaalde dwarsdoorsnede van de predikanten uit de kring van de gemeenten in deze serie een plaats te geven. In de achterliggende jaren speelde Jannie Kranendonk-Gijssen hierin een belangrijke rol. Zij zocht predikanten aan en maakte een selectie, ook om bijvoorbeeld met enige regelmaat preken voor de heilsfeiten of bid- en dankdagen een plaats te geven in een nieuwe editie in de serie.”