Meditatie: Bekering
Romeinen 13:13b-14a
„Niet in brasserijen en dronkenschappen, niet in slaapkamers en ontuchtigheden, niet in twist en nijdigheid; maar doet aan de Heere Jezus Christus.”
Deze boodschap hoorde Augustinus, de beroemde kerkvader, die lange tijd een heidens en zondig leven geleid had. Op dertigjarige leeftijd werd hij opgeschrikt door een ziekte, die hem vlakbij de dood bracht. Hij voelde de helleplaag van de zonde in zich en was verheugd dat hij door bisschop Ambrosius tot Christus werd geleid. Door zijn vrome moeder Monica kende hij Ambrosius vanaf zijn kinderjaren. Hij hoorde dat twee ruwe soldaten zich tot God hadden bekeerd. Met diepe schaamte ging hij de tuin in, wierp zich onder een vijgenboom op zijn gezicht en riep huilend: „Heere, hoe lang zult Gij toornen? Gedenk mijn wandaden niet! Hoe lang zal ik ”morgen” blijven zeggen? Waarom kan mijn slavernij op dit uur geen einde nemen?” Terwijl hij zo bitter weende, was het hem alsof hij in de nabijheid een stem hoorde: „Neem dat boek en lees!” Als hij nu de Bijbel opensloeg, viel zijn oog op deze plaats: „Niet in brasserijen en dronkenschappen (…), maar doet aan de Heere Jezus Christus.” Ineens waren al zijn twijfels verdwenen. Hij gaf de Heere Jezus zijn hart, legde zich met ijver toe op de kennis van de heilige Schriften, liet zich dopen en werd al spoedig een licht der kerk.
Op deze manier moet ons ook de boodschap „Doet aan de Heere Jezus Christus” aangrijpen en tot verootmoediging en vernieuwing opwekken! Dagelijkse vernieuwing is noodzakelijk. Amen.
Sixt Karl von Kapff, predikant te Korntal
(”Keur van leerredenen”, 1859)