Tip voor BBB: maak van stikstof ‘referendum’
Nederlanders sloten bij de Provinciale Statenverkiezingen van 15 maart in groten getale de BoerBurgerBeweging (BBB) van Caroline van der Plas in de armen. In alle provincies trok de partij de meeste stemmen; in Drenthe en Overijssel was de overwinning het grootst. Een prestatie, zeker voor wie bedenkt dat de partij in 2021 pas voor het eerst meedeed aan verkiezingen. De goede score bij de provinciale verkiezingen vertaalde zich later naar de Eerste Kamer; daar is BBB met zestien zetels een machtsfactor.
Politicoloog Simon Otjes, verbonden aan de Universiteit Leiden, ziet „drie vormen van onvrede” die ervoor zorgden dat kiezers in maart hun stem aan BBB toevertrouwden. Allereerst ontevredenheid over het landbouw- en stikstofbeleid van het inmiddels gevallen kabinet-Rutte IV. Otjes spreekt over kiezers die in „de sterk gepolariseerde discussie over landbouw en natuur de kant van de boeren kozen”. Ten tweede onvrede op het platteland; mensen die het gevoel hebben dat de politiek met name bezig is met de Randstad, en dat het kabinetsbeleid te weinig is gericht op hun belangen. Tot slot was er „onvrede met het kabinetsbeleid in brede zin” dat samenging met een lager dan gemiddeld vertrouwen in de politiek. Of een kiezer wel of niet op het platteland woont, is volgens hem een belangrijke voorspeller voor een stem op BBB.
Migratie
Inmiddels is de realiteit van BBB als grootste partij van Nederland alweer verleden tijd. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november werd BBB niet de eerste, maar de zesde partij van het land. Waarom liep de BBB-kiezer van maart zo massaal weg? „Omdat andere thema’s belangrijk zijn geworden”, zegt Otjes. „In het voorjaar gingen de verkiezingen heel sterk over landbouw. De verkiezingen waren in de ogen van veel kiezers een referendum over dat onderwerp. En nu, bij de Kamerverkiezingen, was dat voor veel kiezers het geval met migratie.”
Politicologen hebben het graag over „issue-eigenaarschap”, zegt Otjes. „Dat betekent dat als we een bepaald thema noemen, kiezers eigenlijk onmiddellijk aan een bepaalde politieke partij denken.” Als het over migratie gaat, is dat voor veel mensen de PVV. „Dat is gewoon een koppeling in hun hoofd”, aldus de politicoloog. Bij landbouw is dat BBB.
Otjes wijst erop dat het partijen zijn die bepalen over welke thema’s het gaat. „Het verschil tussen het voorjaar en het najaar was niet dat de migratie plotseling toenam. Anders dan vorige zomer waren er geen asielzoekers die buiten sliepen bij Ter Apel. En het is ook niet zo dat de stikstofproblemen waren opgelost. Maar er was een politieke keuze gemaakt door de VVD om van migratie een belangrijk thema te maken.”
Wil BBB opnieuw verkiezingen winnen, dan moet de partij er volgens Otjes voor zorgen dat de kiezers weer denken dat de verkiezingen een referendum zijn over stikstof. De politicoloog acht het waarschijnlijk dat dit thema op de lange termijn belangrijk zal blijven.
Veel mensen zeggen dat BBB een soort christendemocratische partij is, signaleert Otjes. Dat ziet hij bij de kiezers niet terug; volgens de politicoloog heeft de gemiddelde BBB-stemmer geen conservatievere opvattingen over morele thema’s dan de gemiddelde kiezer. Uit kiezersonderzoek na de provinciale verkiezingen bleek ook dat BBB-kiezers zich vaker niet of nauwelijks religieus noemen dan gemiddeld.