Een andere dwangsom werd door de rechter wel opgeschort. De provincie wilde Chemours ook beboeten omdat het van een andere stof de maximaal toegestane uitstoot voor dit jaar had overschreden. Volgens de rechter is in dit geval echter geen sprake van een overtreding.

Chemours, dat onder vuur ligt omdat het jarenlang grote hoeveelheden schadelijke PFAS heeft uitgestoten, had een kort geding aangespannen met als doel om beide dwangsommen te laten opschorten. De bestuursrechter behandelde de zaken afgelopen dinsdag. Hij deed vrijdag al uitspraak, omdat er haast bij was. Beide zaken worden over enkele weken ook nog behandeld door de bezwarencommissie van de provincie Zuid-Holland.

Milieudienst DCMR, dat namens Zuid-Holland toezicht houdt bij Chemours, ontdekte in mei dat er trifluorazijnzuur (TFA) in het water zat dat de kunststoffenproducent loosde op het riool. Chemours heeft daar geen vergunning voor en dus legde de provincie een last onder dwangsom op (een dreigende boete). Het RIVM schaart TFA onder de potentieel zeer zorgwekkende stoffen.

Tijdens het kort geding verklaarden medewerkers en advocaten van Chemours dat het bedrijf aanvankelijk niet wist dat er in het productieproces TFA ontstond. De stof was daarom ook niet opgenomen in de vergunningaanvraag. „Chemours wist niet dat er TFA in het water zat en heeft meteen actie ondernomen toen de DCMR dat meldde”, zei de advocaat dinsdag. Chemours werkt aan aan een systeem om de stof zoveel mogelijk uit het water te filteren en om het zelf goed te kunnen detecteren.

Inmiddels heeft het bedrijf ook een vergunning aangevraagd om TFA te mogen lozen, 127 kilo per jaar. Als Chemours wil voorkomen dat de provincie boetes gaat opleggen, moet het op 1 januari een vergunning hebben óf zorgen dat er geen TFA meer in het water zit. Volgens de advocaat kan dat echter alleen door de fabriek stil te leggen.