GB-bijeenkomst voor studenten theologie: „Hoop brengen op plekken van onrecht”
„Je hart afsluiten voor onrecht is wat mij betreft geen optie”, aldus Jacob-Jan Vreugdenhil. „Als onrecht onbenoemd blijft, is het juist dán niet op zijn zwartst?”
Vreugdenhil sprak dinsdag in Nijkerk voor zo’n vijftig studenten theologie in het kader van de jaarlijkse ontmoetingsdag die het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland belegde. Het thema van de dag was: ”God doet recht!”.
Tweede voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. J.J. ten Brinke, predikant van de hervormde gemeente in Oud-Beijerland, sprak in zijn openingswoord over wat recht doen inhoudt. „God doet recht! Er staat een uitroepteken achter het thema. Daarmee is het een belijdenis. God doet recht, want God ís recht. Wie uit de Schrift wil spreken over recht, moet bij Hem beginnen. Zijn rechtvaardigheid is één met Zijn barmhartigheid, omdat het opkomt uit Zijn hart.”
In de Bijbel wordt sociaal onrecht aan de kaak gesteld. „God verwacht dan ook rechtvaardigheid van Zijn volk. De lofzang van Maria vertolkt een patroon dat heel de Schrift door terugkomt. Ze zingt het uit, belijdend: „Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten. Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd.” Dat is een uiting van Gods rechtvaardig handelen”, aldus ds. Ten Brinke.
Gezondene
Jacob-Jan Vreugdenhil, die zeven jaar voor de zendingsorganisatie GZB in Zuid-Soedan en Kenia werkte, is nu programmastrateeg bij Woord en Daad. Hij sprak over de roeping van de kerk en christenen om onrecht aan de kaak te stellen, te benoemen en te bestrijden.
Het Evangelie spoort Vreugdenhil aan om op plekken van onrecht hoop te brengen. „De kerk is een gemeenschap die zendt. We zijn de bruid van Christus en tegelijkertijd het zout der aarde. Wie met zegen de kerkdienst verlaat, is een gezondene. Ga zo de kerk uit en de wereld in.”
In de wereld is veel onrecht, wat vaak op grote afstand gebeurt, stelde Vreugdenhil. „Wat is je houding dan als christen? Je kunt je van onrecht afzonderen of er juist tegen protesteren. Kom je in beweging om te helpen of sluit je je af voor onrecht? Je hart afsluiten, is wat mij betreft geen optie. Als onrecht onbenoemd blijft, is het juist dán niet op zijn zwartst?”
Moet een christen iets aan onrecht doen? Vreugdenhil: „Als Gods Zoon aan het kruis hangt, is er geen recht, maar genade. Vergelding zal er komen, maar dat oordeel is aan God. Ons is een ander teken gegeven: Jezus stond op met Pasen, de dag dat alles anders werd. We zijn niet overgeleverd aan onrecht, maar aan een God Die recht zal spreken.”
Onrecht en gebrokenheid zijn nooit ver weg, als je predikant, docent of pastoraal werker bent of wordt, hield Vreugdenhil de zaal voor. „Onrecht is onuitstaanbaar, zeker als je een glimp van het Koninkrijk hebt opgevangen. Als je niet zou toeleven naar Jezus’ komst, zou je de moed verliezen.”
Weerspiegelen
Dr. A. Versluis, universitair hoofddocent Oude Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), stond in zijn Bijbels-theologische lezing stil bij hoe God recht doet, in het geheel van de Schrift, maar in het bijzonder in het boek van de Psalmen.
God is dé Bron van het recht, stelde dr. Versluis. „Sociale gerechtigheid vind je ook bij de volken buiten Israël. In Israël is het recht altijd met God verbonden – het komt bij Hem vandaan. In Psalm 33 komt dat duidelijk naar voren. In vers vijf staat: „Hij heeft gerechtigheid en gericht lief” en in Psalm 50 is te lezen dat God Zelf Rechter is.”
Een koning in Israël is in het bijzonder geroepen om recht te doen, benadrukte de hoogleraar. „De koning kwam op voor de zwakken. Als de koning een goede koning was, dan werkte dat door in de hele samenleving. De koning was de hoogste rechter. Mensen kwamen bij de koning om hem om hulp te vragen, daar kon je je op beroepen.”
De Bijbel laat duidelijk zien dat dat mis kan gaan. Dr. Versluis: „Bij David zie je in de loop van de geschiedenis een gebrek aan onderscheidingsvermogen. Ook bij zijn zoon Salomo kom je dat tegen. Deuteronomium zegt dat de rechters rechtvaardig moeten oordelen, iedereen aanhoren en niet bevreesd zijn want de rechtszaak hoort aan God. De lijn kun je niet een-op-een doortrekken naar onze tijd.”
Jesaja
De koningen van Israël faalden nogal eens in hun recht. Jesaja profeteert in het negende hoofdstuk over de Messias. Dr. Versluis: „Ook daar komen recht en gerechtigheid voor. God zal de armen recht doen en de zachtmoedigen van het land in rechtvaardigheid vonnissen. Het beeld van recht en gerechtigheid komt in de aankondiging van de komst van de Messias terug.” Na de beide lezingen was er een plenaire forumbespreking.