Mens & samenleving

Wij-zij: De ander is zó slecht, die moet vernietigd worden – en nog twee manieren om te leven met het kwaad

Nieuwe details van ooggetuigen lieten afgelopen dagen meer licht schijnen op de gebeurtenissen van 7 oktober in Israël. Het zijn heftige verslagen, vol van bloed, moordzucht en seksuele misdrijven. Strijders van Hamas gingen tekeer op ongekende wijze.

Jacob Hoekman
9 December 2023 15:36Gewijzigd op 9 December 2023 15:46
beeld RD
beeld RD

Wie die details op zich laat inwerken, snapt nog beter dat ”7 oktober” een nationaal trauma heeft veroorzaakt in Israël.

Tegelijk werden deze week ook de intensieve bombardementen op Gaza hervat. Na een aantal dagen van rust zijn het opnieuw uiteengereten kinderen en vertwijfelde ouders die de beeldschermen vullen en niet meer van het netvlies verdwijnen. Het bizarre is dat je van beide kanten precies hetzelfde kunt horen: wie dit soort dingen doet, is geen mens meer. Diegene moet wel de satan in eigen persoon zijn.

Ik vind het moeilijk hoe ik hier mee om moet gaan. Kan dit waar zijn? En, nog een spade dieper: waarom vind ik het belangrijk dat de ander niet meer als mens wordt geclassificeerd?

Terwijl ik zocht naar antwoorden, wees iemand me op de Leuvense theoloog prof. dr. Didier Pollefeyt. Die heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar wat door veel mensen als het ultieme kwaad wordt gezien: de Holocaust.

Pollefeyt ontdekte dat er historisch minstens drie manieren zijn om naar de dader te kijken: door middel van diabolisering, banalisering en ethisering. Diabolisering is de duidelijkste, en precies het middel waar in de oorlog tussen Israël en Hamas volop naar gegrepen wordt. Je zou kunnen zeggen dat je de ander ontmenselijkt om zelf te kunnen overleven. Het beeld dat dan ontstaat is zwart-wit: de dader koos er door zijn intrinsieke slechtheid voor om zich duivels te gedragen.

Wat je in elk geval níét van deze manier van kijken kunt zeggen, is dat hij relativistisch is. Zo van: ach, er zijn altijd twee kanten en ze zullen allebei wel schuldig zijn. Integendeel, mensen die de tegenstander ontmenselijken, doen dat op basis van pure morele verontwaardiging over het kwaad. En dat is goed, vindt Pollefeyt. Morele verontwaardiging mag en moet zelfs een plek hebben. Volgens hem is die verontwaardiging het noodzakelijke vertrekpunt van elke ethiek.

Het grote gevaar hiervan is dat je in een vicieuze cirkel terechtkomt, want er is geen manier om tot elkaar te komen. Om bij de Holocaust te blijven: de nazi’s zagen de Joden als de belichaming van het kwaad. „Wie de Joden kent, kent de duivel”, zei Hiter ooit. Omgekeerd gold precies hetzelfde. De nazi’s die tot deze massamoorden in staat waren, dát waren diabolische wezens zonder een greintje menselijkheid.

Vervang nazi’s door Hamas en je ziet vandaag dezelfde dynamiek – van twee kanten. De ander is het volkomen kwaad, en ik heb daar geen deel aan. In dit paradigma is de enige oplossing in feite dat de ander ophoudt te bestaan. Dat de ander wordt uitgeroeid.

Gehoorzaamheid

Maar dit is niet de enige manier om naar daders te kijken. De tweede benadering is die van de banalisering van het kwaad – een paradigma dat populair werd door toedoen van de Joodse filosofe Hannah Arendt. Zij bestudeerde het proces tegen nazikopstuk Adolf Eichmann en constateerde dat Eichmann helemaal geen duivel was. Hij was juist opvallend gewoon. Dat was voor haar het ontstellende: dat mensen in al hun banaliteit, simpelweg door gewoon hun werk te doen, blijkbaar kunnen bijdragen aan het realiseren van het ultieme kwaad. „Mijn schuld is mijn gehoorzaamheid”, zei Eichmann zelf al.

Een van de punten van kritiek die Arendt kreeg, is dat ze met die bril op de dader te veel in bescherming neemt. „Hij kan het ook niet helpen, hij is nu eenmaal onderdeel van het systeem en doet alleen maar wat hem opgedragen wordt.”

Geen goed en kwaad

Je kunt daders van het kwaad dus reduceren tot duivels (diabolisering), je kunt ze zien als willoos onderdeel van een systeem (banalisering), maar je kunt ze ook relativeren. Dat is wat de derde benadering, die van de ethisering, doet. Het is een benadering die veel nazi’s op zichzelf toepasten tijdens en na de Holocaust. Ze werden gedreven door goede idealen, benadrukten zij, zoals vaderlandsliefde, burgerplicht, trouw en plichtsethiek. De Holocaust staat daarmee helemaal niet in contrast, het is eerder het gevolg van die idealen.

Hoe bizar dat ook klinkt, het is deze benadering die je nu nogal eens van Palestijnse kant hoort. Het is de benadering die zegt: „Wat had je dan gedacht? Na zo veel jaar van bezetting is het toch logisch dat er iets gebeurt? Dat Hamas bestaat, ligt aan Israël zelf.” Het grote nadeel hiervan is duidelijk: er is geen goed en kwaad meer. Alles wordt relatief, alles heeft te maken met het grotere geheel en niets is slecht in zichzelf.

Drie benaderingen, maar ook drie problemen. Hoe nu verder? Het grootste probleem is misschien wel dat geen van de benaderingen ruimte biedt voor vergeving, voor verzoening en voor herstel. Je verzoent je immers niet met de duivel. En als de dader zijn schuld niet inziet, zoals Eichmann, valt er weinig te vergeven. Is de dader er vanuit zijn relativistisch kader zelfs van overtuigd dat hij het goede deed, dan kom je helemaal niet verder.

Ook daarover heeft Pollefeyt nagedacht. Hij komt met aanvullingen op de genoemde paradigma’s en formuleert voorwaarden waaraan moet worden voldaan voordat herstel en verzoening mogelijk zijn. Het slachtoffer moet leren door zijn verontwaardiging heen te kijken en zo in te zien dat de dader in principe dezelfde zwakheden vertoont als hijzelf. De dader op zijn beurt moet het lijden erkennen, zijn aandeel daarin toegeven, proberen de schade te herstellen en voorkomen dat het opnieuw gebeurt.

Dat klinkt allemaal mooi, maar er is niemand die gelooft dat dit proces, midden in een oorlog, serieus gestalte zal krijgen in Israël en de Gazastrook.

En toch. Het kán wel. Dat is namelijk eerder gebleken bij de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie. Die wordt internationaal als een groot succes gezien; het langdurige werk van de commissie plaveide de weg voorwaarts.

Zuid-Afrika onder de apartheid en Israël vandaag worden –met grote stappen, snel thuis– vaak met elkaar vergeleken. Doorgaans zijn dat vergelijkingen die niet goed opgaan omdat de situaties zo verschillend zijn. Maar als er dan toch een vergelijking gemaakt moet worden, laat het dan deze zijn: dat het succes van de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie op een dag ook het succes van Israël en de Palestijnen is.

Journalist Jacob Hoekman speurt in de geschiedenis naar antwoorden op weerbarstige vragen bij het nieuws

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer