Orkaan velt hele jaaroogst Zweeds hout
STOCKHOLM - De Zweedse bosbouw zit in zak en as. De orkaan die op 9 januari over het zuiden en midden van het land raasde, richtte een immense schade aan. Volgens de officiële schattingen van de overheid velde de zware storm 75 miljoen kubieke meter aan hout. Dat is het oogstvolume waarmee de bosbouwers normaal een heel jaar druk zijn.plattekst rafelen (u20,1,0(Veel ondernemers zagen in één klap hun levenswerk verloren gaan, want bosbouw is een kwestie van lange adem. Als de aanplant plotseling wordt weggevaagd, duurt het een mensenleeftijd voordat de zaak weer is aangegroeid. Niet voor niets luidt een oude zegswijze: Boompje groot, plantertje dood.
De Zweedse rijksdienst bosbouw schat de schade alles bij elkaar op 17 miljard kroon (1,9 miljard euro). Het grootste deel van dat bedrag moet worden toegeschreven aan het verlies dat ontstaat door de lagere opbrengst van het door de storm gevelde hout. Dat de ondernemers de bomen zelf niet meer hoeven te kappen, is totaal geen voordeel.
Het hout moet namelijk desondanks worden geruimd en los daarvan is de kwaliteit van het product in de meeste gevallen slechter. Dat komt doordat de bomen te jong voor de bijl zijn gegaan, doormidden zijn geknakt of gedeeltelijk zijn versplinterd. Wat anders dienst zou hebben kunnen doen als hoogwaardige grondstof voor de zaagindustrie, is nu niet veel meer dan brandhout.
Daar komt bij dat er plotseling veel te veel hout op de markt komt, waardoor rekening moet worden gehouden met een forse prijsdaling. Als de gevelde bomen blijven liggen, ontstaat het risico dat ze worden aangevreten door insecten, waardoor het leed alleen nog maar groter wordt. Schadelijke insecten krijgen dan de kans zich ongebreideld te vermeerderen. Ook de gezonde bosbestanden gaan dan gevaar lopen.
De bosbouw -leverancier van grondstof voor onder meer de papierindustrie- is van oudsher een van de belangrijkste pijlers onder de Zweedse economie. De regering kan daarom niet lijdelijk toezien hoe de problemen een op zichzelf beperkt aantal telers boven het hoofd beginnen te groeien. Daarom is eind vorige week een pakket maatregelen gepresenteerd met als hoofddoel de omgewaaide bomen zo snel mogelijk het bos uit te krijgen.
In afwachting van antwoord op een verzoek om financiële hulp van de EU wordt bijvoorbeeld de accijns op diesel voor bosbouwmachines alvast tot eind 2006 verlaagd en komt er subsidie voor de opslag van het te ruimen stormhout. De inkomstenbelasting van de telers wordt verlaagd en de beheerders van infrastructurele voorzieningen, zoals havens en (spoor)wegen, zullen hun heffingen ook naar beneden moeten bijstellen. De afvoerwegen in de bosbouwgebieden hebben door de grotere drukte meer onderhoud nodig, waarvoor eveneens geld wordt gereserveerd.
De georganiseerde bosbouw is echter niet over de hele linie tevreden met de aangekondigde maatregelen. Volgens de Vereniging Zweedse Bosbouwindustrieën (Skogsindustrierna) is het onverstandig om alleen de dieselaccijns voor machines te verlagen. Gezien de haast die bij de ruiming is geboden, zou ook het wegtransport een dergelijke faciliteit moeten krijgen.
Het coöperatieve hout- en papierconcern Södra vreest dat het allemaal niet snel genoeg zal gaan en dat er 30 miljoen kuub in het terrein achterblijft, vooral op moeilijk toegankelijke locaties. „Economisch is er namelijk geen enkele stimulans om dat hout weg te halen. Verder hebben veel van onze telers niets aan de belastingverlaging, omdat ze er niet in zullen slagen een inkomen te verwerven,” aldus concernchef Leif Brodén.
De orkaan van januari was de ergste van zeker de afgelopen ruim 100 jaar, zo meent de rijksdienst bosbouw. Het oude record wat schade aan bosbestanden betreft stond tot voor kort op 1969. Toen waaide echter maar de helft van het volume van nu om. De vraag rijst of de 21e eeuw door de klimaatverandering -die volgens veel wetenschappers gaande is- niet veel vaker van dit soort orkanen te zien zal geven.
Ongeacht het antwoord vindt de rijksdienst dat de telers bij de herplant sowieso wel zouden moeten mikken op robuustere bossen met meer loofbomen. De huidige bossen bestaan voor bijna 100 procent uit naaldhout. De aanplant van loofbomen is voor de telers echter duurder en daarom overweegt de overheid ook wat dat betreft subsidie te gaan verstrekken. Onder alle omstandigheden ontstaat er acuut een grote vraag naar zaaigoed en is het niet zeker of daaraan snel kan worden voldaan, aldus de rijksdienst bosbouw.