Christelijke organisaties lanceren website over rouw
Vier christelijke organisaties lanceerden recent de website allesoverrouw.nl. De initiatiefnemers willen daarmee een steunpunt zijn in tijden van rouw en verdriet.
De website is een initiatief van Stichting Als kanker je raakt, NPV - Zorg voor het leven, Lelie zorggroep en Stichting Schuilplaats. Martijn Schot, interim-directeur van de NPV: „We werken als organisaties al jaren samen rondom het thema rouw. Onze constatering was dat er veel informatie over te vinden is. Tegelijkertijd is er zoveel beschikbaar, dat mensen het overzicht kwijtraken.”
Schot hoopt dat de website daar verandering in brengt. „Als organisaties hebben we aan tafel gezeten en de ambitie uitgesproken dat we een platform willen zijn dat handvatten biedt als rouw op het levenspad komt. Daarbij vormt de christelijke levensvisie ons uitgangspunt.”
De website biedt volgens Harm Rebel, teamleider hulpverlening bij Stichting Schuilplaats, toerustingsmateriaal zoals artikelen, boeken, video’s en podcasts. Daarnaast kunnen mensen zich aanmelden voor hulp en begeleiding wanneer ze vastlopen in het rouwproces en is er de mogelijkheid voor lotgenotencontact. „Mensen kunnen fysiek of door middel van WhatsAppgroepen hun ervaringen delen.”
Stichting Schuilplaats is samen met Lelie zorggroep verantwoordelijk voor de individuele begeleiding van rouwenden. Rebel: „Er zijn gespreksgroepen op meerdere locaties in Nederland. Een van onze deskundigen begeleidt de gesprekken. We hebben het bijvoorbeeld over emoties en zingeving. En hoe je goed voor jezelf kunt zorgen. We kijken met een professionele blik naar de worsteling die mensen in een rouwperiode en daarna kunnen hebben. Door onze begeleiding proberen we hun een nieuw perspectief te bieden. Stichting Als kanker je raakt organiseert onder meer weekenden weg voor mensen die een rouwervaring hebben gehad.”
Boodschappen
Ook de NPV heeft een belangrijke taak, stelt Schot. „We hebben een advieslijn die dag en nacht bereikbaar is. Mensen die vragen hebben rondom de terminale fase en het levenseinde kunnen zo altijd bij ons terecht. Verder zijn er vanuit onze organisatie veel vrijwilligers actief die thuishulp aan stervenden bieden. Zij waken aan bedden, maar ondersteunen ook mantelzorgers. Ze doen bijvoorbeeld boodschappen voor hen.”
Hoewel de website pas vorige week is gelanceerd, krijgt Schot al positieve reacties. „We horen dat mensen het goed vinden dat dit platform er is. Ze vinden het waardevol om te weten dat ze ergens terecht kunnen in tijden van rouw en verdriet.”
Om meer naamsbekendheid te krijgen, wordt er volgens teamleider Rebel actief geadverteerd in landelijke bladen en op sociale media. „Hoe groter ons bereik is, hoe meer mensen geholpen kunnen worden.”
Het nieuwe initiatief bewijst volgens Rebel ook begrafenisverzorgers een dienst. „Wij attenderen hen op onze website. Doordat ze rouwenden naar ons kunnen doorverwijzen, worden zij ontzorgd. Begrafenisondernemers krijgen soms vragen van nabestaanden waar ze niet altijd een antwoord op hebben. Daarmee kunnen ze nu bij ons terecht.”
Vertrekpunt
Een vergelijkbare website bestaat volgens Schot niet. „Een paar weken geleden hoorden we ineens dat er ook een seculier platform gestart is. Toen wij begonnen, was dit er nog niet. Natuurlijk krab je je dan achter je oren. Maar waar wij ons in onderscheiden, is het vertrekpunt. Wij willen een breed christelijk publiek bereiken, met betrouwbare informatie die gegrond is op de Bijbel.”
Het motto van de nieuwe website is ”Wij geloven dat je rouwen niet alleen kunt”. Dit heeft volgens Schot meerdere betekenissen. „Enerzijds laat het zien dat je mensen om je heen nodig hebt. Maar ook dat God en de Bijbel tot steun kunnen zijn tijdens de rouwperiode en daarna. Toch heb je soms ook toerusting nodig. Dat kunnen wij als deskundigen bieden.”
Volgens Rebel, werkzaam voor Stichting Schuilplaats, bevindt het initiatief zich nog in de beginfase. Toch zijn er zeker ambities. „Ons doel is dat meer organisaties zich bij ons aansluiten, zodat we mensen steeds beter kunnen begeleiden. We hopen op die manier hun welzijn te bevorderen.”