Cultuur & boeken

Dinsdag 13 februari 1945

Titel:

9 February 2005 07:36Gewijzigd op 14 November 2020 02:12

”Dresden. Dinsdag 13 februari 1945”
Auteur: Frederick Taylor
Uitgeverij: Het Spectrum, Utrecht, 2005
ISBN 90 274 9601 3
Pagina’s: 499
Prijs: € 39,95. Het is zondag zestig jaar geleden dat geallieerde bombardementen het historische centrum van de Duitse stad Dresden met de grond gelijkmaakten. Duizenden burgers vonden de dood. Betrof het hier een zinloze misdaad of was Dresden een legitiem militair doelwit? De Britse historicus Frederick Taylor probeert in zijn boek ”Dresden. Dinsdag 13 februari 1945” die vraag te beantwoorden.

Dresden is vooral dit jaar een beladen begrip in Duitsland. Zondag is het precies zestig jaar geleden dat Britse en Amerikaanse bommenwerpers uren achtereen het Florence aan de Elbe letterlijk in de as legden. Het was de Duitser Jörg Friedrich die nog geen drie jaar geleden lezers van zijn boek ”Der Brand” getuige liet zijn van de gruwelijke bombardementen. Expliciet zei hij het niet, maar wel impliciet: „De bombardementen werden te lang voortgezet. Hier was sprake van nodeloos lijden van de burgerbevolking.”

Veel Duitsers laafden zich aan het boek van Jörg Friedrich. Eindelijk was er iemand die oog had voor het lijden van de onschuldige Duitse bevolking tijdens de oorlogsjaren en dat aan de orde stelde. Omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de Tweede Wereldoorlog en de moord op 6 miljoen joden had men ruim 55 jaar moeten zwijgen. Het boek van Friedrich werkte bevrijdend. Ook de Duitsers hadden nodeloos geleden, was de bijna algemeen aanvaarde conclusie.

Maar nu is daar het Britse antwoord op Jörg Friedrichs bestseller. De Britse historicus, schrijver en vertaler Frederick Taylor zegt dat Dresden geen onschuldige stad was, maar een „normaal functionerende stad (zowel in algemene zin als in de context van nazi-Duitsland), die uitzonderlijk was vanwege haar schoonheid.” Tegelijkertijd benadrukt de Brit in zijn voorwoord dat dit niet betekent dat „ik tot het andere uiterste wil overgaan en beweren dat Dresden het ’verdiende’ om verwoest te worden, maar dat het naar de normen van die tijd een legitiem militair doelwit was.”

Ooggetuigen
In bijna 500 bladzijden ontrafelt Taylor op meeslepende wijze de achtergronden van het bombardement op Dresden. De Brit baseert zich op, soms nieuw, archiefmateriaal en vraaggesprekken met nog in leven zijnde ooggetuigen.

Vooral het invoeren van de ooggetuigen maakt het zorgvuldig doorwrochte boek bijzonder goed leesbaar. De Britse historicus laat geallieerde piloten vertellen hoe ze de aanval in de lucht beleefden, maar hij laat ook burgers aan het woord die op de grond de vuurstorm moesten doorstaan. Anita Kurz bijvoorbeeld. „Mijn moeder had een EHBO-cursus gevolgd. En op een bepaald moment had iemand haar verteld dat je allemaal op de grond moest gaan liggen als er iets gebeurde. Dus dat deden we. We gingen allemaal liggen en zij lag bovenop me en mijn vader lag bovenop haar. Ik kan me niet een bepaalde explosie herinneren. Het was gewoon constant. Ik kreeg het gevoel dat alles schudde, tot de funderingen toe. Het licht ging uit, het was donker. En toen bleven we daar liggen tot het weer rustig was geworden. Toen begon mijn moeder te gillen.”

In ”Dresden. Dinsdag 13 februari 1945”, de titel had ook op een grafsteen kunnen staan, rekent Taylor af met een aantal fabels die er rond het bombardement bestaan. Allereerst is daar het aantal slachtoffers. Begin jaren vijftig was er sprake van 350.000 tot 400.000 doden. Dit was volgens Taylor gebaseerd op een artikel van Goebbels in ”Das Reich”, op propagandamateriaal dus. De communistische politicus Max Seydewitz bracht het in 1955 terug tot 35.000. Al spoedig liep het aantal weer op tot het oude cijfer.

Taylor komt op grond van documenten tot een schatting van 25.000 tot 40.000 slachtoffers. „Dit betekent dat het dodental in de stad lager was dan het totale aantal in Hamburg (hoewel Hamburg ten minste twee maal zo veel inwoners had als Dresden) en dat het dodental lager lag dan in middelgrote streden als Pforzheim of Darmstadt.”

De Britse historicus wil met de bijstelling geen afbreuk doen „aan de afschuwelijke realiteit van het enorme aantal slachtoffers dat binnen een paar uur tijd uit het leven werd weggerukt, noch om te vergeten dat de meeste slachtoffers vrouwen, kinderen en ouderen waren.”

Mitrailleurs
Frederick Taylor laat ook weinig heel van het verhaal dat met name Amerikanen vanuit vliegtuigen met mitrailleurs op burgers schoten. Taylor noemt in dit verband een ooggetuigenverslag dat Axel Rodenberger in 1952 gebruikte voor een serie in het populaire Duits tijdschrift Das Grüne Blatt. „De stad zelf was niet de moeite waard om te bombarderen. Maar aan de rand van de stad, waar honderdduizenden naartoe waren gevlucht, was het wel de moeite waard. En voor de jagers en jachtbommenwerpers was er meer dan genoeg te doen: namelijk de Duitsers opjagen die in drommen over de landwegen liepen.”

Het citaat is, aldus Taylor, zelfs in boekvorm verschenen en is net als het dodencijfer een eigen leven gaan leiden. „Het verhaal over de beschietingen is volledig gebaseerd op veelal tegenstrijdige persoonlijke verklaringen jaren later, die steeds fantastischer lijken te worden naarmate de aanval langer geleden is.”

Taylor heeft geen enkel document kunnen vinden dat de beschietingen aantoont. „Noch in de beschikbare documenten van de Amerikaanse Luchtmacht, noch -wat misschien meer zegt- in Duitse rapporten uit die tijd worden dergelijke beschietingen bij daglicht vermeld.”

Taylor weet dat hij met zijn stellingname geen vrienden maakt. „Historici die het feit ontkennen worden er door vele overlevenden van beschuldigd dat ze ”de spot drijven” met de doden en verminkten en zelfs dat ze meewerken aan een Brits-Amerikaanse ’samenzwering’ om de waarheid te verbergen.”

De Brit gaat het om de waarheid. Dat geldt ook voor het bombardement op Dresden zelf. Volgens Taylor was Dresden geen stad zonder enige militaire of industriële betekenis. Dresden was gespecialiseerd in de optische, de elektronische en de communicatie-industrie. „In 1944 en begin 1945 werd de productie eerst nog opgevoerd en fabrieken en arbeidskrachten werden naar Saksen en met name naar Dresden overgebracht, vermoedelijk omdat het ver van de beide fronten lang en betrekkelijk veilig voor luchtaanvallen leek te zijn.”

Spoorwegknooppunt
De stad Dresden was ook belangrijk als spoorwegcentrum. Frederick Taylor voert dr. Walter Schmidt op, de president-directeur van de Duitse staatsspoorwegen in Dresden. Schmidt beschrijft eind 1940 het spoorwegbedrijf in Dresden als „een nauwe met de Wehrmacht verbonden kernactiviteit.” Dresden was een van de belangrijkste spoorwegknooppunten waar zowel de noord-zuidas als de oost-westas van de Duitse spoorwegen doorheen liep. „Het was van belang voor de stad, de regio en de oorlog in het oosten”, schrijft Taylor.

Taylor bestrijdt dat het bombardement overbodig was omdat nazi-Duitsland al bijna op de knieën was gedwongen. Na de mislukking in 1944 van operatie Market Garden was de Brits-Amerikaanse opmars bijna geheel tot stilstand gekomen bij Aken. De geallieerden schrokken enorm van het Ardennenoffensief dat de Duitsers eind 1944 inzetten. De geallieerden wisten de aanval af te slaan, maar één ding was volgens Frederick Taylor zeker: „Iedereen die durfde te beweren dat de oorlog zo goed als voorbij was, zou op weinig begrip van de soldaten of het publiek kunnen rekenen.”

De Britten hadden al het idee het oosten van Duitsland te bombarderen om de Russen te helpen toen Moskou daar daadwerkelijk om vroeg, „omdat Dresden een belangrijk knooppunt was.” Troepenversterkingen vanuit het westen gingen via Dresden.

Uiteindelijk viel op 8 februari de beslissing Dresden te bombarderen. De opdracht waarmee de 5e Groep op 13 februari vertrok luidde: „Een vijandelijk industriegebied in brand steken en verwoesten.” Dresden werd inderdaad in brand gestoken en verwoest, in één nacht tijd.

De geallieerde aanval verliep „gruwelijk goed”, mede vanwege ongewoon helder weer precies boven de stad, onverwacht weinig tegenstand, onervarenheid van de stedelijke bevolking en het feit dat de plaatselijke nazi-leiding nauwelijks maatregelen voor de luchtafweer had genomen.

Geweten
Sommige Duitse kranten en politici noemen Taylors boek „een schandaal.” Waarschijnlijk laten zij zich in hun oordeel slechts leiden door hun emoties. Frederick Taylor is een serieuze wetenschapper, die op nauwkeurige wijze onderzoek heeft verricht naar „een van de wreedste gebeurtenissen in de wreedste aller oorlogen.”

Voor Taylor was Dresden een gerechtvaardigd doelwit, maar toch knagen ook aan zijn geweten de schaal en de wijze waarop mensen het leven verloren. Heel treffend merkt hij aan het slot op: „Het bombardement op Dresden was niet irrationeel, of zinloos. Of het moreel verantwoord was, is een andere vraag. Wanneer we aan Dresden denken, worstelen we met de grenzen van wat, zelfs om de beste redenen, toelaatbaar is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer