Groentegerecht uit de oven
Hop, daar plonzen de grof gesneden stukken groenten het kokende water in. Het voelt alsof ik iets fout doe. Hoewel ik, zoals veel anderen van mijn leeftijd, opgroeide met gekookte groenten ben ik deze manier van bereiden ontwend. Hooguit kook ik wat stronkjes bloemkool of broccoli in een apart pannetje voor de moeilijke eters. Zelfs als ik soep maak zijn de gesneden groenten meestal eerst kort aangefruit, voor de smaak.
Koken is nou eenmaal niet de meest smakelijke manier om groente klaar te maken. Maar ja, groente in zo’n plons water gooien is zo lekker simpel. En gek genoeg geven kinderen, in elk geval een aantal van de onze, de voorkeur aan zachtgekookt groen boven knapperige roerbakgroenten of geroosterd ovenspul. Misschien begint smaakontwikkeling zo, houd ik mezelf blijmoedig voor. En: groente is groente, platgekookt of niet.
Bij het groentegerecht van deze week begint het juist met koken. De verschillende groentes gaan even het hete water in, zodat het echte rauwe ervan af is. En de bouillon geeft ze meteen wat smaak. Vervolgens garen ze verder in de oven en ontstaat er een geurige ovenschotel. Gewoon lekker als vervanging van het pannetje sperziebonen – en ook nog eens met winterse groenten. Kan zelfs als bijgerecht bij een diner, met december in zicht.