De vaccinatiegraad stijgt vooral onder zeventigers. Van de mensen die zijn geboren tussen 1944 en 1948 is zo’n 57 procent ingeënt. Vorige week was dit 48 procent en de week ervoor 35 procent. In dezelfde periode steeg de vaccinatiegraad onder mensen die geboren zijn tussen 1949 en 1953 van 18 procent naar 30 procent. In andere leeftijdsgroepen liep het aantal inentingen ook op, maar niet in zo’n tempo.

De vaccinatie begon met mensen van 60 jaar en ouder. In die groep is nu ongeveer 39 procent gevaccineerd, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Vorige week was dit 28,9 procent.

Ook andere groepen kunnen de boosterprik krijgen, bijvoorbeeld mensen van 18 tot en met 59 jaar die het syndroom van Down hebben of een ernstige afweerstoornis. Zij lopen een groter risico als ze besmet raken met het coronavirus. Ook zorgmedewerkers en zwangere vrouwen kunnen de prik krijgen, net als mensen die zelf geen risico lopen maar een kwetsbaar gezinslid hebben.

De vaccinatieronde wordt gehouden omdat het coronavirus in het najaar en de winter sneller rondgaat. Het is niet bekend hoeveel mensen nu besmet zijn, het grootschalige testprogramma is gestopt. Het RIVM houdt de verspreiding nog wel in de gaten door virusdeeltjes in het rioolwater te meten. Die concentraties zijn in de afgelopen weken gestegen naar het hoogste niveau sinds maart. In de ziekenhuizen liggen meer dan 560 mensen die het virus onder de leden hebben, het hoogste aantal sinds begin april.