Kleine inhaalslag PVV in Biblebelt
Hoe deed de PVV het in de Biblebelt? Een eerste analyse laat zien dat de partij haar positie daar iets meer versterkte dan elders in het land. Hoe verhoudt de winst van Wilders’ partij zich tot de scores van SGP en ChristenUnie?
Volgens onderzoeksbureau Ipsos, dat onderzoek deed in opdracht van de NOS, is 12 procent van de stemmen op de SGP afkomstig van kiezers die in 2021 op de ChristenUnie stemden. Verder stemden van SGP- en CU-kiezers uit 2021 respectievelijk 8 en 3 procent dit keer op de PVV.
De partij van Geert Wilders maakte woensdag een kleine inhaalslag in de Biblebelt – hier gedefinieerd als gemeenten waar de SGP bij de Kamerverkiezingen ten minste 5 procent van de stemmen haalde. Het gaat om 51 gemeenten, tegenover 50 bij de stembusgang van 2021.
Bij die verkiezingen scoorde de PVV in de 51 gemeenten iets lager dan gemiddeld: 10,5 procent van de stemmen, tegenover landelijk 10,8 procent. Nu haalt de rechtse partij in de Biblebelt juist relatief meer stemmen dan gemiddeld: 24,4 tegenover 23,6 procent – de huidige tussenstand.
Landelijk steeg de PVV dus van 10,8 naar 23,6 procent. Dat is een stijging van ongeveer 118 procent. In de Biblebelt is de gemiddelde groei nog groter, namelijk 133 procent.
Hetzelfde
De ChristenUnie daalde van 3,4 naar 2 procent, een min van ongeveer 39,5 procent. In de Biblebeltgemeenten is dat percentage gemiddeld hetzelfde.
De SGP boekt in de huidige tussenstand landelijk een kleine winst: 2,07 procent is nu 2,10 procent, een toename met 1,3 procent. IN de Biblebelt was er echter sprake van een beperkt verlies in stemmenpercentage. De partij haalde daar gemiddeld 14,5 procent van de stemmen, tegenover 14,7 procent in 2021. Dat is een min van 1,4 procent.
In sommige Biblebeltgemeenten deden SGP en/of ChristenUnie het aanzienlijk slechter dan gemiddeld en steeg de PVV juist harder dan gemiddeld. Dit was bijvoorbeeld het geval in het Brabantse Altena (SGP -5,6 procent, CU -43,4 procent, PVV +134,7 procent), Staphorst (SGP -6,8 procent, CU -42,9 procent, PVV +163 procent) en Zwartewaterland (SGP -2,4 procent, CU -42,4 procent, PVV +141,9 procent). Dit zou erop kunnen duiden dat méér christelijke kiezers voor de PVV kozen dan de 8 procent van de SGP’ers en de 3 procent van de CU’ers uit het Ipsos-onderzoek.
Bunschoten
In diverse plaatsen scoorde de ChristenUnie fors slechter dan gemiddeld, maar deed de SGP het desondanks niet beter dan gemiddeld. Het gaat om bijvoorbeeld Renswoude (CU -50 procent, SGP +0,5 procent), Katwijk (CU -47,5 procent, SGP gelijk) en Bunschoten (CU -50,5 procent, SGP +1,2 procent). In deze plaatsen deed de PVV het daarentegen juist beter dan gemiddeld.
Verder zijn er ook nog Biblebeltgemeenten waar alle drie de partijen het minder goed deden dan het landelijke groei- of krimpcijfer. Een voorbeeld hiervan is West Betuwe (SGP -7,4 procent, CU -42,9 procent, PVV +96,3 procent). In deze en ook andere gemeenten haalde de PVV in 2021 echter al een bovengemiddeld goed resultaat. Dit kan een verklaring zijn voor de gematigdere groei bij de verkiezingen van woensdag.
Ook zijn er gemeenten waar alle drie de partijen het beter deden dan het landelijke beeld, zoals in Veenendaal (SGP +6,9 procent, CU -35,5 procent, PVV +133,3 procent).
Het beeld op de Biblebelt is, kortom, divers. Dat de SGP het landelijke groeicijfer hier niet haalde en de PVV het in deze 51 gemeenten nog beter deed, zou kunnen betekenen dat het percentage overstappers van SGP naar PVV op de Biblebelt iets hoger ligt dan de 8 procent van Ipsos. Er is echter grondiger onderzoek nodig om dat met zekerheid vast te stellen.