Buitenlandspanje

Spaanse droom wreed verstoord door buurman

Margo Pool en Martin Verfondern droomden van een eenvoudig bestaan in de natuur. Ze keerden het volle Nederland de rug toe en vestigden zich in het ver­laten binnenland van Noordwest-Spanje. Daar kreeg een botsing tussen wereldbeelden een fatale afloop. Toch koestert Margo geen wrok: „Ik ben hier gewoon gelukkig.”

Lex Rietman
22 November 2023 19:20Gewijzigd op 22 November 2023 20:14
De uit Amsterdam afkomstige Margo Pool vestigde zich in 1997 met haar man in een Spaans gehucht om er biologisch te boeren. Haar echtgenoot werd jaren later gedood door een buurman. beeld Lex Rietman
De uit Amsterdam afkomstige Margo Pool vestigde zich in 1997 met haar man in een Spaans gehucht om er biologisch te boeren. Haar echtgenoot werd jaren later gedood door een buurman. beeld Lex Rietman

Vertrouw niet op Google Maps, want dan kom je nooit in Santoalla do Monte. In elk geval niet met de auto. Het weggetje was de laatste kilometers al smal, maar bij O Seixo wil de navigatie me een steil geitenpad op sturen, vol diepe kuilen en enorme keien. Deze route is onbegaanbaar. Ouderwets vragen naar de weg is hier de enige oplossing. Als je tenminste het geluk hebt dat je iemand tegenkomt, wat gerust een paar uurtjes kan duren. Santoalla is geen bestemming voor mensen met haast.

In november 1997 vestigde de Amsterdamse Margo Pool zich samen met haar man Martin Verfondern in dit gehucht in Noordwest-Spanje. Margo was toen 45, Martin vijf jaar jonger. Santoalla was vervallen en zo goed als verlaten. Op één gezin na, de familie Rodríguez. De stilte en het machtige berglandschap maakten diepe indruk op het Nederlandse stel. Ze verkochten hun huis in Krommenie om hier een nieuw leven te beginnen. Dit was de plek om hun droom waar te maken: een eenvoudig en eerlijk bestaan opbouwen als biologische boer in de vrije natuur.

Op 19 januari 2010 werd die droom wreed verstoord. Martin verdween spoorloos. Ruim vier jaar later, in juni 2014, werden zijn auto en zijn stoffelijke resten teruggevonden in een afgelegen bosgebied in de bergen, 18 kilometer van Santoalla. Er kwam een rechtszaak. Carlos Rodríguez, de verstandelijk gehandicapte zoon van de buren in Santoalla, kreeg tien jaar cel wegens doodslag op zijn Nederlandse buurman. Zijn broer Julio had hem geholpen het lichaam te verbergen.

Traumatische verdwijning

Het is halftien ’s ochtends als Margo de geiten aan het melken is. Ze is vriendelijk, goedlachs en opvallend energiek voor haar 70 jaar. Of ik het ook even proberen wil? Nooit gedaan, dus waarom niet? „Gewoon bij de uier pakken waar het lekker voelt en dan knijpen”, zegt Margo. Tot mijn verbazing spatten prachtige straaltjes melk in de emmer. Margo had precies de juiste aanwijzingen gegeven. Misschien komt dat omdat ze vaak vrijwilligers ontvangt die ook nog niet kunnen melken. Die vrijwilligers vinden haar via WWOOF, een wereldwijde organisatie die biologische boeren in contact brengt met mensen die een tijdje tegen kost en inwoning willen meehelpen op de boerderij.

19864674.JPG
Margo Pool. beeld Lex Rietman

Als er geen vrijwilligers zijn, woont Margo Pool alleen met haar honden, katten en geiten. Voor haar is dat nooit een probleem geweest, zegt ze, terwijl ze een enorme pan geitenmelk opwarmt om er kaas van te maken. Veel mensen begrijpen niet dat ze in haar eentje in Santoalla is blijven wonen na de traumatische verdwijning van haar man. Toch is dat voor Margo de normaalste zaak van de wereld. „De gedachte om hier weg te gaan, is niet eens bij me opgekomen. Ik heb dit nooit als eenzaam ervaren. Wel alleen, want je bent tenslotte vaak alleen. Maar 
eenzaam ben ik nooit geweest.”

Toen Martin er nog was, gingen ze om beurten geregeld een tijdje naar Nederland om geld bij te verdienen. Biologisch boeren is nu eenmaal geen vetpot. Zo was Margo in 2009 bijna het hele jaar in Nederland. Twee maanden voor de verdwijning van Martin keerde ze terug in het dorp. Voelde ze spanningen met de buren, dat er iets zou gaan gebeuren? „Nou nee, dat het zó erg zou worden, dat idee had ik niet. Martin had het wel een beetje. Die voelde zich niet zo prettig meer. Maar ja, ik had die tien maanden daarvoor natuurlijk niet meegekregen. Wat er in die periode allemaal gebeurd is en hoe de sfeer was, dat heeft Martin ook niet verteld.”

Misschien wilde hij zijn vrouw niet ongerust maken. In 2009, een paar maanden voor zijn dood, maakte hij een opname met zijn videocamera. Het is een dialoog tussen het slachtoffer en zijn beul. Merkwaardige paradox: de beul lijkt de kwetsbaarste van de twee. Carlos, de dan 42-jarige geestelijk gehandicapte zoon van de buren, kijkt in de stromende regen zwijgend in de camera. Hij draagt een jachtgeweer op zijn rug. „Wat voor geweer heb je daar?” vraagt Martin op ernstige toon. „Dat kan ik tegen niemand zeggen.” Carlos heeft geen wapenvergunning. Hij steekt zijn wijsvinger in de mond, een dwangmatig gebaar van hem als hij nerveus is. Hij kijkt weer zwijgend in de camera.

„Ga je op wilde zwijnen jagen?” vraagt Martin na een stilte. Zijn stem komt amper uit boven de gutsende regen.

„Nee, op jou. Je bent al mooi vetgemest voor de slacht.”

Ongeluk

Toch waren de buren in het begin „hartstikke aardig”, zegt Margo. Maar na een paar maanden begon de relatie te verslechteren. Hoe dat kwam? „Nou ja, we hadden natuurlijk een heel andere manier om dingen te doen. De buurman kwam steeds kijken bij de verbouwing van ons huis. En dan kregen we elke keer te horen: dit mag niet zo en dat hoort niet zo. Martin heeft hier een muurtje langs de weg gerestaureerd. Dat mocht maar tot een bepaald punt, want de buurman zei: „Dat stuk land is van mij, daar blijf je van af.” En ze begonnen ook moeilijk te doen over een dak dat iets boven de openbare weg uitstak. Allemaal van dat soort regels. Dat gaf wrijving.”

Na twaalf jaar loopt de situatie helemaal uit de hand. Margo is dan net weer weg uit het dorp. Ze zit in Duitsland, waar Martin oorspronkelijk vandaan komt. Hij heeft er twee ooms die alzheimer hebben. Er moet dringend een plek gezocht worden waar ze verzorgd kunnen worden en Margo neemt die taak op zich.

Op 19 januari 2010 krijgt ze ’s avonds een telefoontje uit Spanje. „De vrijwilliger die op dat moment bij ons werkte, vertelde dat Martin die dag niet was thuisgekomen. Ik dacht aan een ongeluk. Dat kan natuurlijk, met die wegen hier.” Ze belde vrienden met de vraag of ze langs de weg wilden kijken. Ze vonden niets. De politie ook niet. De volgende dag reed Margo terug naar huis. Ze wilde zelf ook nog eens de ravijnen in de omgeving uitpluizen. Want dat Martin er met een andere vrouw vandoor was, zoals de buren niet al te fijnzinnig tegenover de pers suggereerden, wilde er bij haar niet in.

Verbijstering

Kort voor de dood van Martin hadden ze een rechtszaak gewonnen tegen de buren. Galicië kent een vorm van collectief grond­eigendom, de zogenoemde ”monte comunal” (gemeenschappelijke berg). In het geval van Santoalla gaat het om 355 hectare dennenbos en weidegebied in de bergen rond het dorp. De houtkap levert eens in de paar jaar enkele duizenden euro’s op. Dat geld is voor de eigenaren: alle gezinnen die permanent in het dorp wonen. Door de leegloop van het dorp had de familie Rodríguez al geruime tijd het rijk alleen. De familie was niet van plan de Nederlandse nieuwkomers mee te laten delen in zeggenschap en inkomsten. Margo en Martin stapten naar de rechter. Die gaf hun gelijk. Ook in hoger beroep wonnen ze de zaak. Dat was in november 2009. Twee maanden daarna verdween Martin spoorloos. Margo had geen bewijzen, maar ze was ervan overtuigd dat de buren er meer van wisten.

19864675.JPG
Margo Pool. beeld Lex Rietman

Vier jaar lang verkeert Margo in onzekerheid. „Ik heb al die tijd vermoed dat Martin dood was. Maar dan denk je toch: hóé zou het gebeurd zijn? En vooral: wáár is hij? Je blijft zoeken, je blijft ermee bezig. Het laat je nooit los.” En dan, in juni 2014, ontdekt een helikopter van de brandpreventie bij toeval de auto van Martin in het bos. Kort daarop worden iets verderop ook zijn stoffelijke resten gevonden. Het geeft Margo eindelijk rust.

Een halfjaar later bekent Carlos de moord op zijn Nederlandse buurman. „Die Hollander kwam als een gek het dorp binnenrijden”, zegt hij tegen twee politieagenten in burger. Dan vervolgt hij lachend: „Ik pakte mijn geweer en boem, boem! Ik verstopte me. Ze zouden me nooit te pakken krijgen, haha.” De agenten horen het met verbijstering aan.

In de zomer van 2018 dient de rechtszaak tegen de twee broers. „Carlos ging heet­gebakerd van huis en zijn hoofd sloeg op hol door een simpele verkeersruzie met zijn buurman”, schrijft de openbare aanklager in zijn strafeis. Vlak na de schietpartij komt Julio Rodríguez het dorp binnenrijden met zijn tractor. Hij begrijpt onmiddellijk wat er is gebeurd. Om zijn broer te beschermen, verbergt hij de auto met het slachtoffer op de meest ontoegankelijke plek die hij kent.

Julio gaat vrijuit. Volgens de Spaanse wet is toedekking van een misdrijf dat begaan is door naaste familieleden niet strafbaar. 
Tegen Carlos eist het openbaar ministerie tien jaar celstraf. Ondanks zijn handicap zou hij in staat zijn om goed en kwaad te onderscheiden. Uiteindelijk wordt hij veroordeeld voor doodslag, niet voor moord. Carlos krijgt tien jaar, waarvan hij er zes uitzit.

Zijn ouders overlijden kort na elkaar. Ze hebben het proces niet meer meegemaakt, maar nog wel de schuldbekentenis van hun jongste zoon. Ze hebben nooit iets van mede­leven getoond. Zit dat Margo niet dwars? „Nee hoor. Ik denk dat Jovita, de moeder, dat misschien nog wel had willen doen. Maar haar man zou dat zeker niet toegestaan hebben. Misschien schaamde ze zich te veel.” Wrok tegenover haar buren heeft Margo nooit gevoeld, zegt ze. „Het is gewoon verdrietig dat het zo is gelopen.”

Opgejut

Na de arrestatie van Carlos moesten zijn ouders het dorp verlaten. Julio mocht op last van de rechter een tijd niet in Santoalla komen, en Manuel en Jovita waren te oud om voor zichzelf te zorgen. „Dat is heel moeilijk geweest voor ze”, zegt Margo met een bij­zonder gevoel voor mededogen. „Zo hebben ze allemaal hun straf gehad.”

Julio mag inmiddels weer in Santoalla komen. Een enkele keer komt Margo hem tegen. Ze kan goed met hem opschieten, zegt ze tot mijn verbazing. Heeft ze het ooit met hem gehad over de moord op haar man? „In het begin wel, heel kort. Er kwam alleen niet zo veel uit. Maar goed, ik heb ook steeds 
gezegd dat ik best begrijp wat hij heeft gedaan. Julio heeft altijd voor Carlos gezorgd. Ik kan me voorstellen dat hij het lichaam en de auto verborgen heeft. Ik weet niet wat ik zou hebben gedaan als ik in zijn situatie was geweest. Hij is geen slechte man. Ik denk echt dat zijn vader Carlos heeft opgejut.”

Voor ik vertrek laat Margo nog even de kaasopslag zien. In een schuurtje naast de geitenstal liggen ronde kaasjes in een kast achter gaas. Eigenlijk heeft ze er een wachtlijst voor, maar ze stopt me toch een geitenkaasje toe. Dan zegt ze: „We zijn hier komen wonen om onze droom waar te maken. Als ik weg zou gaan, zou daar niets meer van over zijn. Ik leef die droom nu, dit was de bedoeling. En verder zijn er een heleboel dingen die aan Martin herinneren. En buiten dat ben ik hier gewoon gelukkig. Dit is een prachtige plek om te leven. Daarom ga ik hier niet weg.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer