Bidstond in verkiezingstijd
Voorafgaand aan de verkiezingen worden niet alleen politieke activiteiten georganiseerd, maar ook bidstonden. En hier en daar een concert.
Ds. M. van Kooten, hervormd predikant in Elspeet, sprak vorige week tijdens twee bijeenkomsten: in Elburg en Kampen. In Elburg was er volgens hem „een halve kerk vol”. Drie predikanten spraken er over Daniël. „Zelf heb ik over zijn levenswandel gesproken: er was geen lak op hem te leggen.” In Kampen opende ds. Van Kooten zaterdag een muzikale avond in de Bovenkerk waar ook interviews met politici op het programma stonden.
Vijf dagen eerder was er in de Bovenkerk ook een verkiezingsbijeenkomst. Ds. W.A. Zondag sprak er en een bovenstemgroep liet zich horen. Ook in Ouderkerk aan den IJssel en Barneveld was er vorige week een bidstond. Deze dinsdagavond, voorafgaand aan de verkiezingsdag, zijn er nog bidstonden in Kesteren en Veenendaal.
Diep verval
Bidstonden voor verkiezingen worden al heel lang belegd. Het Centraal Comité van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) moedigde kiesverenigingen in 1922 aan een bidstond te houden. Soms gebeurde dat samen met de Christelijk-Historische Unie (CHU).
In 1929 werd C. Kramp voorganger in Lekkerkerk. SGP-blad De Banier kondigde aan: „Dinsdagavond 2 Juli a.s. des avonds 8 uur (zomertijd) zal in het Ned. Herv. (Geref.) Evangelisatiegebouw aan den Kerkweg door den heer Kramp een bidstond voor de a.s. verkiezingen voor de Tweede Kamer en met het oog op het diep verval van land en volk gehouden worden.”
Kramp sprak in zijn eigen kerk, maar andere keren kwamen de sprekers soms van ver. In een bidstond in Den Haag in 1958 spraken „de heer G. Mouw van Vriezenveen, en burgem. D. Kodde van Zoutelande, lid van de Tweede Kamer. Auto- en rijwielstalling aanwezig”, kondigde De Banier aan.
Ernst der tijden
In 1933 meldde het verslag van de algemene vergadering van de SGP: „Grijpskerke zag gaarne een bidstond gehouden met het oog op de verkiezingen en den ernst der tijden. De voorzitter zette namens het Hoofdbestuur uiteen, dat dit zich niet het bevoegde orgaan acht om een bidstond uit te schrijven en wees er voorts op, dat vele gemeenten hun jaarlijksche bede- en dankdagen hebben.”
Het verzoek kwam later terug. In 1976 schreef ds. H.G. Abma in SGP-blad De Banier: „Een briefschrijver vroeg en volhardde te vragen of niet een landelijke bidstond aan de vooravond van de verkiezingsdag noodzakelijk zou zijn. Wij waarderen de wenk. Het is evenwel meer taak van kerk en gemeente dan van een politieke partij bidstonden te beleggen. Wij menen dat dit vooral plaatselijk moet geschieden. Laten onze kiesverenigingen zo veel waar mogelijk contact opnemen met de kerkeraden voorzover die dit contact waarderen. De vraag is dan of deze kerkeraad of kerkeraden willen overwegen een dergelijke bidstond te houden, opdat vooral op die wijze de noden van land en volk voor de Heere bekend worden. Wij moeten ons als kiesverenigingen ervoor hoeden als kerkje op te treden. Men merkt dat dit hoe langer hoe meer ingang en erkenning vindt dat het zo niet hoort te zijn.”
Afhankelijkheid
Vaak zijn de bidstonden regionaal en zijn er sprekers uit meerdere kerkverbanden. In 2017 gaf de SGP-kiesvereniging van Rhenen als motivatie voor het beleggen van een bidstond: „relativering van onze eigen inspanning in de campagne, de erkenning dat het werk door ons gedaan is, maar dat de zegen van boven komt”. Ds. Van Kooten heeft voorafgaand aan verkiezingen ook weleens een tijdrede gehouden. „Ik vind dat dat echt een tijdrede moet zijn; niet alleen een stichtelijk woord. De nood van de tijd moet getekend worden.”
In 1977 citeerde De Banier ds. C. Treure. De hervormde predikant van Bleskensgraaf zei tijdens een bidstond: „Wij stemmen op een partij die de Bijbel nog als richtsnoer wil zien. Wij gedenken de mannen die op moeilijke posten in ’s lands vergaderzalen en raadszalen staan. Maar is er bij ons ook niet in deze veel schuld dat wij ze nog niet veel te weinig opgedragen hebben aan Gods genadetroon?”