Hoeksche Waard blij en bezorgd over erkenning
Blijdschap over het feit dat de felbegeerde status van Nationaal Landschap eindelijk is binnengehaald, en tegelijkertijd veel vragen en zorg over de verdere invulling. Die gevoelens strijden bij veel inwoners van de Hoeksche Waard om de voorrang.
Minister Dekker van VROM kondigde eind vorige week in een brief aan de Tweede Kamer aan dat de Hoeksche Waard alsnog wordt aangewezen als nationaal landschap. Het Zuid-Hollandse eiland is daardoor beter beschermd tegen de oprukkende verstedelijking van de Randstad.
De bescherming betekent niet dat de bewindsvrouw haar plan voor een 180 hectare groot bedrijventerrein aan de noordkant van de Hoeksche Waard zal schrappen uit haar Nota Ruimte. De geplande overloop voor de Rotterdamse haven noemt zij „nodig en van nationaal belang.”
„Ik ben blij en verrast”, was de eerste reactie van D. Bussing van natuurorganisatie het Hoekschewaards Landschap, „maar er is tegelijk een gevoel van teleurstelling, want er wordt toch ruimte gereserveerd voor een bedrijventerrein.”
Nu begint het pas, veronderstelt J. Robbemond van het adviesplatform Hoeksche Waards Initiatief. „De streek moet nu snel de handen ineenslaan om de vele vragen in te vullen. Wat is een nationaal landschap precies, tot waar lopen de grenzen? Wij moeten zelf het evenwicht zien te vinden en dat invullen tussen groen en verstedelijking.”
Het behaalde resultaat is vooral het gevolg van goed lobbywerk in Den Haag, vindt CDA-raadslid P. van Loo van de gemeente Binnenmaas. „De raden van Binnenmaas en ’s-Gravendeel hebben het Afsprakenkader nooit geaccordeerd, juist in afwachting van de uitkomst van het kamerdebat over de Nota Ruimte. Bij veel mensen heerste het gevoel dat de politiek het allemaal allang beslist had. Er blijkt nu wel degelijk beweging in te zitten.”
Wethouder J. C. Hage uit Binnenmaas heeft wel zorgen over wat er straks mag en niet mag binnen een nationaal landschap. „We willen een dynamisch landschap, geen openluchtmuseum waar geen ontwikkelingen meer mogelijk zijn.”