Drentelen rond Drakensteyn
Vaste prik: elke herfst een wandeling met de hele familie ergens op de Utrechtse Heuvelrug. Na een keer of tien bij Doorn wil je wel eens wat anders. Dus wordt het dit jaar de Stulpse Heide bij Lage Vuursche.
Ideaal, zo’n natuurgebied in het midden des lands. Voor de familieleden uit de Randstad is het heerlijk om de boslucht op te snuiven. Voor dat ene gezin van de Veluwe is de reistijd om familie te ontmoeten dit keer slechts een halfuurtje in plaats van het dubbele.
Het Doornse Gat was altijd een populaire bestemming voor familiedagen en herfstwandelingen. Maar sinds het niet meer mogelijk is om met auto’s het terrein op te rijden, is de bestemming minder geliefd. Bovendien: verandering van spijs doet eten, dus het is ook helemaal niet erg om eens ergens anders rond te kijken.
Recreatieterrein de Kuil van Drakensteyn is weliswaar een stuk kleiner dan het Doornse Gat, maar niet minder mooi. De auto kan hier dicht bij het centrale grasveld staan. Wees er wel op tijd bij, want op mooie dagen kan het zomaar zijn dat er geen parkeerplekje meer over is.
Voor de traditionele herfstwandeling is vandaag gekozen voor het boswachterspad Stulp en aansluitend een rondje om Kasteel Drakensteyn. Hoewel er bij het recreatieterrein al behoorlijk wat auto’s geparkeerd staan, is er eenmaal in het bos weinig van drukte te merken.
De kinderen zoeken dennenappels, herfstbladeren en ander materiaal voor de herfsttafel. Kenners weten dat rond de Stulpse Heide ook zeldzame korstmossen te zien zijn zoals dennenmos en turflucifer, maar daar heeft niemand oog voor. De recreatieve wandelaar geniet meer van gewone paddenstoelen, zoals de vliegenzwammen met rode hoed met witte stippen. De zeldzamere grijsbruine parasolzwam valt niemand op. Opvallend zijn wel de witte charolaisrunderen die de Stulpse Heide vrij van grassen houden.
De witte paaltjes van het boswachterspad wijzen nu richting het Pluis- meer. In het water van dit vennetje zwemmen op dit moment alleen wat wilde eenden. De dodaars –een kleine fuutachtige– en de klapekster of blauwe klauwier waar de routebeschrijving over rept, laten zich niet zien.
Even na het Pluismeer, bij de Stulpselaan, moeten de rode paaltjes worden gevolgd. Deze leiden langs het hoge hek van Kasteel Drakensteyn, waar prinses Beatrix woont.
We wijken van de route af door om het landgoed van de voormalige koningin heen te lopen. Langs het metershoge hek komt de groep uiteindelijk in het dorpje Lage Vuursche uit. Op de Nederlands Hervormde Begraafplaats lopen we langs het graf van prins Friso. Iedereen is even stil. Memento mori. Gedenk te sterven.