Binnenland

Magistratelijk en onverstoorbaar

„Waarom zou ik bang zijn voor wespennesten en gedoe?” vroeg jonkheer mr. Joan de Wijkerslooth de Weerdesteijn zich hardop af bij zijn aantreden in 1999 als voorzitter van het college van procureurs-generaal. „Als je daar bang voor bent, gebeurt er helemaal niets in deze wereld.”

ANP
8 February 2005 09:57Gewijzigd op 14 November 2020 02:12

De Wijkerslooth (58) heeft zich in de vijf jaar dat hij het openbaar ministerie leidt doorgaans een kalm, doordacht en beminnelijk manager getoond. Bij zijn aantreden was duidelijk dat hij af wilde van de affaires en rellen die het OM gedurende de jaren negentig vrijwel voortdurend hebben geplaagd. Geen gedoe meer, rust in de tent.

Ook wenste De Wijkerslooth een ander imago van de officier van justitie. Hij is wars van de term ”crimefighter”, een etiket dat strijdbare officieren van justitie als Valente en Teeven in de pers opgeplakt kregen, omdat zij tijdens strafprocessen en in de marges daarvan soms openlijk harde confrontaties aangingen met criminelen die zij wilden uitschakelen. De Wijkerslooth toonde zich voorstander van een meer magistratelijk aanklagersgilde.

De Wijkerslooth introduceerde ook een nieuw mediabeleid. Hij wilde weer de regie in handen hebben bij de voorlichting over strafzaken, met daarbij terughoudendheid als kernbegrip. In de zaak rond de schietende marinier Eric O. in Irak, waarover van meet af aan veel vragen bestonden, moest het OM echter volop over de brug komen met voorlichting, om de zware verdenking tegen O. nader te verklaren.

Zijn optreden begin vorig jaar in het televisieprogramma NOVA werd De Wijkerslooth door de politiek niet in dank afgenomen. Hij zei daarin te betwijfelen of O. zich wel aan de geweldsinstructies had gehouden. Een maand later berichtte het NOS Journaal over een vertrouwelijke brief van de hoogste baas van het OM aan negentien hoofdofficieren over het schietincident. Minister Donner van Justitie nam afstand van de opvatting van De Wijkerslooth over de randvoorwaarden voor het gebruik van waarschuwingsschoten.

In juni moest de minister weer naar de Kamer om uitleg te komen geven over uitgelekte geheime informatie over O. Die bleek afkomstig uit de eerder genoemde uitgelekte brief. In dat debat zette de Tweede Kamer een streep onder het rumoer rond de kwestie-Eric O.

Toch kwam De Wijkerslooth na de vrijspraak van Eric O. opnieuw onder vuur te liggen. De grootste politieke partijen spraken in termen van missers en falen. De rechters stelden echter dat hij zich in het NOVA-interview niet heeft schuldig gemaakt aan het beschuldigen van O. terwijl deze onschuldig was, tot het tegendeel is bewezen.

Ook in de affaire rond de met de dood bedreigde officier van justitie Plooy kon De Wijkerslooth niet blijven zwijgen. In die kwestie toonde de OM-topman zich een ’precieze’ en vond hij de ’rekkelijken’ tegenover zich. De Wijkerslooth ging boven op de rem staan toen bleek dat het landelijk parket, dat de zaak-Plooy onderzocht, een overeenkomst met een criminele getuige wilde sluiten om het bewijs rond te krijgen. Dit zette veel kwaad bloed bij justitie in Amsterdam, waartoe Plooy destijds behoorde.

De Wijkerslooth vond dat het OM zich ook in de zaak-Plooy aan de eigen aanwijzing omtrent overeenkomsten met criminelen moest houden. Hij is overigens een voorstander van veel meer ruimte voor het OM om met criminelen te onderhandelen als het om zeer zware misdrijven gaat. Het OM is volgens hem echter door de politiek aan handen en voeten gebonden.

Ook tussen de politie en De Wijkerslooth botert het niet altijd. In maart werd duidelijk dat de super-pg geen groot vertrouwen geniet bij een aantal politiebonzen. De Wijkerslooth schreef in het OM-blad Opportuun een column over het zogeheten tegenhouden, een nieuw ontwikkelde politiestrategie om criminelen op voorhand de wind uit de zeilen te nemen. De Wijkerslooth schreef dat het strafrecht geen behoefte heeft aan „een nieuwe handhavingsfilosofie.” Politie en justitie moeten opsporen, vindt hij. Met zijn column ging De Wijkerslooth op de tenen staan van onder anderen de voormalige Amsterdamse korpschef Kuiper, die de justitietopman vervolgens publiekelijk afbrandde. De volksvertegenwoordiging ergerde zich hevig aan dit conflict tussen politie en justitie.

De Wijkerslooth vestigde zich in 1977 als advocaat in Den Haag. In 1981 werd hij plaatsvervangend landsadvocaat, in 1987 landsadvocaat. Hij bleef die functie bekleden, tot zijn vertrek naar het openbaar ministerie in 1999, waar hij Arthur Docters van Leeuwen opvolgde. In 1995 werd De Wijkerslooth benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer