Op een kaart van de NVWA is te zien dat de dierenziekte nog steeds bijna niet voorkomt in Limburg en Zeeland. Heel veel besmettingen zijn er in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Friesland en Drenthe. Blauwtong treft vooral schapen, die meestal ook aan de ziekte bezwijken, maar ook geiten, runderen, hertachtigen en sommige dierentuindieren kunnen een besmetting oplopen. De ziekte dook begin september voor het eerst weer op bij vier schapenhouderijen. Daarvoor was de besmetting sinds 2009 niet meer in Nederland voorgekomen.

Landbouworganisatie LTO heeft becijferd dat schapenhouders inmiddels een miljoenenschade hebben opgelopen door blauwtong. De organisatie hield een enquête onder 729 veehouders. 379 schapenhouders zeggen dat ze gezamenlijk al ruim 200.000 euro aan dierenartskosten hebben uitgegeven. Daar komt de schade door dode dieren bij en dat levert een schadepost van 2,2 miljoen euro op volgens LTO. Gerekend naar het totale aantal besmette schapenbedrijven zou de schade ver boven de 20 miljoen euro uitkomen, stelt de organisatie.

Vrijwel alle ondervraagde schapen- en rundveehouders willen hun dieren vaccineren, als er een vaccin zou zijn. LTO dringt aan op snelle ontwikkeling van een vaccin en roept landbouwminister Piet Adema op om minstens een miljoen doses te reserveren, zodra er een vaccin is. Ook wil LTO dat Adema meedenkt over ondersteuning voor getroffen veehouders.

Blauwtong wordt overgebracht door met het virus besmette knutten, piepkleine steekvliegjes. De NVWA onderzoekt welke soort of soorten knutten het virus bij zich dragen. Als eenmaal bekend is welke knutten het virus bij zich hebben, gaat de zoektocht verder naar mogelijke preventieve maatregelen tegen besmette knutten of tegen een besmetting. Knutten overleven een mildere winter, zodat de kans aanwezig is dat de veeziekte er na de winter nog steeds is. Blauwtong is niet overdraagbaar op mensen. In tegenstelling tot de vogelgriep hoeven de dieren die ziek worden niet geruimd te worden.