Dat zei hij vrijdag tijdens een voorbereidende zitting in de rechtbank in Den Bosch. Volgens hem heeft iemand anders geschoten. De officier van justitie kon nog niet veel zeggen over een mogelijke medeverdachte, omdat het onderzoek nog loopt.

Het 34-jarige slachtoffer werd bij de ingang van het woonwagenkamp aan de Heezerweg in Eindhoven neergeschoten en ‘voor dood achtergelaten’. Hij overleed ter plaatse aan zijn verwondingen. „Het is niet uit te sluiten dat er sprake is geweest van moord”, zei de officier van justitie. De reden is volgens haar nog onbekend.

B. vluchtte na de schietpartij, maar werd vier dagen later opgepakt in Duitsland, vlakbij de Nederlandse grens. Volgens zijn advocaat wilde hij niet vluchten, maar werd hij bedreigd door de echte dader, van wie B. nog geld kreeg. Dat geld zou de schutter die dag hebben willen verkrijgen door met nepgeld wiet te kopen van het slachtoffer. Het slachtoffer zou uiteindelijk minder wiet bij zich hebben gehad dan afgesproken. Wat er precies gebeurd is, bleef onduidelijk.

De advocaat vertelde dat de vermeende schutter het leven van B. heeft „geruïneerd”. „De verdediging hoopt dat hij gauw wordt gevonden.” De verdachte verklaarde dat hij alles eerlijk aan de politie heeft verteld en wilde vrijgelaten worden. Daar ging de rechtbank niet in mee.

De volgende voorbereidende zitting is op 12 januari.