Ds. Van Loon onderzoekt hoe buitenstaander kerkdienst ervaart
Als mensen die niet betrokken zijn bij de kerk en het christelijk geloof een keer een kerkdienst bijwonen, hoe ervaren ze dat dan? Met het onderzoek ”Kerk door de ogen van een gast” probeert ds. C.M. (René) van Loon die vraag te beantwoorden.
Aan zijn onderzoek ligt een „Bijbelse motivatie” ten grondslag, zegt ds. Van Loon, predikant van de hervormde wijkgemeente De Samaritaan in Rotterdam-Centrum. „In 1 Korinthiërs 14:22-25 schrijft Paulus over iemand die de gemeente binnenkomt en niet gelooft. Als er dan alleen in tongen wordt gesproken, zou hij er niets van begrijpen. Maar als er wordt geprofeteerd, kan hij ontdekken dat God in het midden van de gemeente is.”
Ds. Van Loon wil meer zicht krijgen op wat buitenstaanders vandaag de dag ervaren en ontdekken wanneer ze een dienst bezoeken. „Wat gebeurt er als iemand die niet gelooft een kerkdienst bijwoont? Wat roept vragen bij hem op, wat geeft vervreemding of waardoor wordt hij geboeid? En ontdekt hij ook iets van God? Daar ben ik heel benieuwd naar.”
Via diverse kanalen, zoals het Centrum voor Parochiespiritualiteit, de missionaire organisatie IZB en het landelijk dienstenbureau van de Christelijke Gereformeerde Kerken, is de predikant bezig om voor 1 december dertig tot zestig gemeenten te vinden die willen meewerken aan zijn onderzoek. Hij richt zich daarbij op drie „vleugels” die hij in kerkelijk Nederland onderscheidt: rooms-katholieke parochies, gemeenten met een protestantse signatuur en evangelische gemeenten.
De opzet is dat alle deelnemende gemeenten vijf mensen die niet betrokken zijn bij de kerk en het christelijk geloof uitnodigen om in de periode van december tot maart een kerkdienst of viering bij te wonen en na afloop een uitgebreid enquêteformulier in te vullen. De vragen gaan onder meer over de bereikbaarheid van het kerkgebouw, parkeermogelijkheden, de eerste indruk van de buitenkant van het gebouw, aangereikte informatie bij binnenkomst, zoals een programmablad, nieuwsbrief of zangbundel, en de begrijpelijkheid daarvan.
Ook wil ds. Van Loon weten welk moment in de dienst de bezoeker terugkijkend het meest is bijgebleven, en waarom. Andere vragen gaan in op specifieke onderdelen van de dienst, zoals het zingen, de preek, de collecte en de zegen. „Ik denk dat we als kerk snel de neiging hebben alles wat we doen bekend te veronderstellen. Onze vormen zijn voor onszelf heel vertrouwd, maar voor buitenstaanders is een toelichting belangrijk”, zegt de predikant. Als het over de preek gaat, wil hij onder meer weten of deze voor de bezoeker te begrijpen was en of hij met de boodschap ervan kon instemmen.
Gastvrijheid
Ds. Van Loon wil zijn komende studieverlof, tussen Pasen en Pinksteren, gebruiken om de ingevulde enquêtes, die veel open vragen bevatten, te analyseren. Hij hoopt dat dit onder meer resulteert in praktische aanbevelingen waardoor gemeenten bijvoorbeeld „hun gastvrijheid kunnen verbeteren”. „Gastvrijheid is een Bijbelse kernwaarde, dus het is belangrijk dat mensen het gevoel hebben gastvrij ontvangen te worden”, zegt de predikant, die de uitkomsten wil verwerken in een boek.
Hij is vooral benieuwd hoe bezoekers de bijgewoonde dienst of viering hebben beleefd. „Er wordt nogal eens gezegd: Als mensen interesse hebben in het geloof, kun je ze beter niet meteen meenemen naar de kerk, maar ze bijvoorbeeld eerst uitnodigen voor een Alpha-cursus. Terwijl ik denk: de Geest waait toch in de gemeente? Klopt de gedachte dat een kerkdienst bij buitenstaanders vooral vervreemding oproept en hen niet helpt om God te vinden? Of ontdekken mensen misschien meer in zo’n dienst van God dan wij in eerste instantie denken? Ik hoop dat de uitkomsten bemoedigend zijn.”