Oorlog in Israël leeft onder Nederlandse museumbezoeker
Joodse culturele instellingen in Nederland zijn bezorgd over het toenemend antisemitisme in de samenleving. Ze merken dat de angst onder hun bezoekers stijgt. Zo schroefde de synagoge van Enschede -gebedshuis met museale functie- recent de beveiliging op.
Joost Tanasale, woordvoerder van herinneringscentrum Westerbork, ziet dat de oorlog in Israël veel impact heeft. „Bezoekers vergelijken de aanval van Hamas met de gruwelen van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog.”
Dat geldt volgens Tanasale ook voor gastsprekers van het Landelijk Steunpunt WOII-Heden, dat is ondergebracht bij het Herinneringscentrum. Zij delen namens het Steunpunt hun persoonlijke verhaal over de Tweede Wereldoorlog.
In de meeste gevallen gaat het om overlevenden van concentratie- en vernietigingskampen, verzetsdeelnemers, onderduikers en burgers. Het grootste deel van de sprekers heeft een Joodse achtergrond. „Voor hen is het nu emotioneler om te vertellen wat ze hebben meegemaakt dan bijvoorbeeld een jaar geleden.”
Museumnacht
Ook bij het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam zijn er zorgen. Volgens woordvoerder Kiki Stoffels houdt het conflict de gemoederen bezig. „We zijn geschrokken door de gebeurtenissen van de afgelopen tijd. Een deel van onze medewerkers heeft familie in Israël wonen. Anderen voelen verbondenheid met Israël omdat ze Joods zijn.” Of de zorgen ook onder de bezoekers van de musea in Amsterdam leven, vindt Stoffels lastig te beoordelen.
Tot op heden heeft de oorlog geen gevolgen voor bezoekersaantallen, merkt Teun Breen, bestuurslid van Museum Sjoel in Elburg. Bezoekers weten het museum nog altijd goed te vinden en blijven scholen zich aanmelden voor een rondleiding.
Ook de synagoge van Enschede ziet geen daling. Wel geeft Jaap Hartog, voorzitter van de Nederlands Israëlitische Gemeente Twente, aan dat een aantal rondleidingen zijn afgezegd omdat mensen -vooral ouderen- zich zorgen maakten over hun veiligheid.
Actie
Zaterdag vond in Enschede de Museumnacht plaats. Culturele instellingen openden de hele avond hun deuren. Hartog: „We hebben die dag in de synagoge 475 mensen op bezoek gehad. Dat is vergelijkbaar met andere jaren.”
Ook in Amsterdam konden mensen zaterdagavond musea bezoeken. Stoffels: „We hadden verwacht dat er actie gevoerd zou worden door pro-Palestinademonstranten, maar dat is gelukkig niet gebeurd.”
Van concrete bedreigingen is vooralsnog geen sprake. Onlangs werd in herinneringscentrum Westerbork een lezing afgelast, maar volgens woordvoerder Tanasale kwam dat door bedreigingen aan het adres van de spreker. „Hoewel dit ons raakt, was het niet tegen het herinneringscentrum gericht.”
Door het toenemend antisemitisme treffen diverse musea voorzorgsmaatregelen. Recent vond op uitnodiging van Stichting Vrienden van Museum Sjoel in Elburg een lezing over Sobibor plaats. Bestuurslid Breen: „We hebben de politie vooraf geïnformeerd, maar er is gelukkig niks gebeurd.”
Ook de synagoge van Enschede zet bewaking in. Voorzitter Hartog: „Beveiligers vragen mensen hun tassen open te maken om te kijken of ze bijvoorbeeld geen mes bij zich hebben. Op die manier willen we de veiligheid van onze bezoekers garanderen.”
Bloemen
Voor verschillende mensen is de oorlog een reden om musea een hart onder de riem te steken. Hartog: „De afgelopen weken hebben we van onbekenden een donatie gekregen en zijn er bloemen bezorgd. We voelen ons gesteund.”
Vorige week vond op initiatief van de Enschedese burgemeester Roelof Bleker de Enschedese Tafel van Vrede plaats, waarbij opperrabbijn Binyomin Jacobs en vertegenwoordigers van moskeeën en christelijke kerken met elkaar in gesprek gingen. Hartog vindt het een mooi initiatief. „Zolang je aan tafel zit wordt er niet gevochten. We moeten er met elkaar voor waken dat de oorlog niet naar Enschede of Nederland overslaat.”