Dat blijkt uit de publicatie donderdag in Groningen van een reeks technische onderzoeken door het Kennisprogramma Zeespiegelstijging van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris.

Zeespiegelstijging heeft de volle aandacht van het ministerie. „De zeespiegel stijgt en gaat in de toekomst nog sneller stijgen. Tegelijkertijd ligt ons hele Koninkrijk aan zee. Dat maakt het voor mij cruciaal om van de laatste kennis op de hoogte te zijn”, verzekert minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat).

„Nederland loopt in de kennis van waterbeheer voorop, want met onze modellen kunnen we kijken naar de gevolgen van meerdere meters zeespiegelstijging. Met die kennis houd ik continu de vinger aan de pols, om wanneer dat nodig is de maatregelen te nemen die ons land veilig houden.”

Deltacommissaris Peter Glas laat weten dat het Deltaprogramma ver vooruit kijkt. „We richten ons op de lange termijn, omdat we voorbereid moeten zijn op klimaatverandering. We moeten op tijd verschillende maatregelen op de plank hebben liggen voor de veiligheid tegen overstromingen en voor voldoende zoetwater in de toekomst.”

De maatregelen worden volgens hem zo gekozen dat „ook volgende generaties nog wat te kiezen hebben en zo veilig en in welvaart in onze delta kunnen blijven leven”.

De laatste kennis over zeespie-
gelstijging wordt verwerkt in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, dat in elk geval doorloopt tot en met 2026. De komende jaren wordt onder meer onderzocht wat er nodig is om de huidige aanpak voort te kunnen zetten.

Daarnaast is het noodzakelijk om in kaart te brengen wat er „organisatorisch en maatschappelijk nodig is om ons op een versnelde zeespiegelstijging aan te passen”, aldus het kennisprogramma. Stapsgewijs geeft het aan welke aanpassingen nodig zijn om Nederland veilig te houden voor overstromingen en met zoetwater-
tekorten om te gaan.