„Precies weten wat er is gebeurd”
Hij typeert zichzelf in zijn nieuwe functie simpelweg als waakhond. Maandag is in de Nieuwe Kerk in Den Haag de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) geïnstalleerd. Pieter van Vollenhoven stapte op 1 februari geruisloos over van de Raad voor de Transportveiligheid naar de nieuwe raad om op zijn 65e zijn carrière voort te zetten.
Zijn jarenlange lobby voor zo’n raad, die breed onderzoek doet naar de toedracht van rampen, zware ongevallen en incidenten, wordt daarmee bekroond. Van een leien dakje ging het geenszins. Van Vollenhoven: „Pas naar aanleiding van de ramp in Volendam in de nieuwjaarsnacht van 2001 ging het kabinet om.” Daarna heeft hij naar eigen zeggen „een enorme strijd” moeten leveren om de onafhankelijkheid van de raad te waarborgen.
In het aanvankelijke wetsvoorstel kregen de ministers van Defensie, Justitie en Binnenlandse Zaken de mogelijkheid in te grijpen in het werk van de raad om vertrouwelijke informatie te beschermen.
Met dank aan de Tweede Kamer is dat opgelost, zoals de Kamer al vanaf het begin van zijn werkzaamheden op veiligheidsgebied Van Vollenhoven tegen de stroom in heeft gesteund. In de jaren tachtig pleitte Van Vollenhoven bij de toenmalige VVD- minister van Verkeer, Smit-Kroes, voor instelling van de Raad voor de Transportveiligheid, die er na een kamermotie uiteindelijk in 1999 kwam. „Mijn hele weg is geplaveid met moties van de Kamer.”
Van Vollenhoven heeft tot zijn grote tevredenheid ook kunnen afdwingen dat rapporten van de nieuwe raad niet als bewijsmiddel in rechtszaken mogen worden gebruikt. „De burger heeft recht op onafhankelijk onderzoek. De reden is waarheidsvinding: de burger heeft het recht precies te weten wat er is gebeurd. Bij strafzaken mag je zwijgen, maar bij onafhankelijk onderzoek wil je juist bereiken dat mensen alles zeggen.”
Voorlopig zal de raad, gehuisvest op een klein kantorenpark op de grens van Voorburg en Den Haag, een aanloopjaar of misschien langer nodig hebben om dossierkennis op de nieuwe werkgebieden op te bouwen. Die variëren van industrie en handel tot milieu, volksgezondheid, bouw en defensie. Bij rampen zoals die in Volendam en de vuurwerkexplosie in Enschede in 2000 zal de raad „als frontlijnorganisatie” op de voorgrond treden, zegt de voorzitter.
Gebeurtenissen op het gebied van terreurbestrijding, vredesmissies, oorlogshandelingen en openbare orde vallen buiten de bevoegdheden van de raad. De raad formuleert aanbevelingen („om lering te trekken”) aan de betrokken partijen. Die hebben de wettelijke plicht binnen een jaar te reageren.
Van Vollenhoven krijgt de ’beschikking’ over vijftig mensen en een budget van 8,2 miljoen euro. Bij de Raad voor de Transportveiligheid, die is opgegaan in de onderzoeksraad, was dat 5,4 miljoen.
De veiligheid op het spoor is en blijft een vertrouwd terrein voor Van Vollenhoven. Vorig jaar mei had hij nog een aanvaring met minister Peijs van Verkeer na een zwaar ongeluk bij Amsterdam-Centraal Station. Een volle intercitytrein botste tegen een rangerende dubbeldekstrein. Ongeveer twintig mensen raakten gewond. De machinist van een van de treinen bleek een rood sein gemist te hebben.
Het was de zoveelste ”roodlichtpassage”. Onlangs bleek nog dat het aantal incidenten van 281 in 2003 naar 352 in 2004 is gestegen. Van Vollenhoven dreigde te stoppen met het onderzoek naar dit soort ongevallen, als er geen actie werd ondernomen naar aanleiding van eerdere rapporten van zijn raad, waarin werd gepleit voor invoering van een verbeterd beveiligingssysteem. Dan moeten we op zoek naar een nieuwe voorzitter, reageerde Peijs. De twee legden het conflict bij. „Verschillen van inzicht zijn mogelijk en blijven mogelijk”, zegt Van Vollenhoven nu.
Hij is een warm pleitbezorger van de nieuwe generatie ATB- systemen. ATB staat voor Automatische Treinbeïnvloeding en dwingt treinen te stoppen als machinisten een rood sein missen. „Al in 1992, na een ongeluk in Eindhoven, erkenden de Nederlandse Spoorwegen dat het bestaande, uit de jaren vijftig daterende systeem verouderd was”, zegt hij.
De CDA-bewindsvrouw heeft onlangs aangekondigd dat 1000 risicopunten, zoals Amsterdam-Centraal, van een verbeterd ATB-systeem worden voorzien.
Europa werkt ook aan een uniform veiligheidssysteem voor treinen in alle lidstaten. In de Kamer gingen na de botsing in Amsterdam stemmen op om versneld over te stappen naar dat systeem in Nederland. Volgens Van Vollenhoven hebben die Europese plannen „het denken” over invoering van de nieuwe generatie ATB in Nederland, die algauw twintig jaar vergt, vertraagd. „We moeten kijken of die Europese ontwikkelingen zo vertragend werken dat de veiligheid in het geding is.”
Min of meer onbeantwoord blijft de vraag hoe lang hij voorzitter van de nieuwe raad wil blijven: „Ik zit hier geen twintig jaar meer.” Van Vollenhoven vindt het wel „zeer sportief” dat hij benoemd is en dat niet een jeugdiger voorzitter is gezocht. Hij is lid van het Koninklijk Huis en een bekende Nederlander. Maar volgens Van Vollenhoven, in Europees verband ook al langer actief op het vlak van transportveiligheid, is hij buiten de landsgrenzen allerminst zo’n BN’er. „In Brussel kennen ze me uit het vak en weten ze niet eens hoe mijn privé-leven eruitziet.”