Tientallen doden bij aanslag Irak
Zwaarbewapende Iraakse verzetsstrijders hebben zondagavond een politiebureau aangevallen in Mahawil, een plaats ongeveer 80 kilometer ten zuiden van Bagdad. Dat heeft een politiewoordvoerder bekendgemaakt. Bij de aanval zijn zeker 22 agenten en 14 rebellen om het leven gekomen.
De aanval begon om 22.30 uur lokale tijd. De rebellen maakten onder meer gebruik van granaatwerpers en zware mitrailleurs. Na een gevecht van ongeveer een uur wist de politie met de hulp van versterkingen de rebellen terug te drijven. De verantwoordelijkheid voor de aanval is nog niet opgeëist. Mahawil ligt in een gebied waar soennieten en sjiieten ongeveer evenveel aanhang hebben en geldt niet als een van de bolwerken van het soennitische verzet.
De ontvoerders van de Italiaanse journaliste Giuliana Sgrena hebben gedreigd haar maandag te vermoorden als Italië zijn troepen niet uit Irak terugtrekt. Het dreigement van de Islamitische Jihad Organisatie verscheen zaterdag op internet.
„Wij in de Jihad Organisatie in het land van de twee rivieren kondigen aan dat de wil van Allah ten aanzien van de Italiaanse gijzelaar binnen 48 uur zijn beslag zal krijgen als de Italiaanse regering onder leiding van (premier Silvio) Berlusconi, de misdadiger, niet aankondigt dat Italië zich terugtrekt uit Irak”, zo luidde de verklaring op het bulletin board dat door extremistische groepen wordt gebruikt om hun verklaringen wereldkundig te maken.
Ondertussen heeft de invloedrijke soennitische Vereniging van Moslimgeleerden zondag de ontvoerders van Sgrena opgeroepen hun gijzelaar vrij te laten. Volgens velen onderhoudt de anti-Amerikaanse Vereniging van Moslimgeleerden nauwe contacten met sommige soennitische opstandelingengroepen. ’De Vereniging van Moslimgeleerden roept op tot de onmiddellijke vrijlating van de Italiaanse journaliste omdat zij een humanitaire taak in Irak verrichtte en niets te maken heeft met de bezettingsmacht’, zei woordvoerder sjeik Omar Ragheb.
Italië heeft met ongeveer drieduizend manschappen het op de Verenigde Staten en Groot-Brittannië na grootste contingent troepen in Irak.
Het Italiaanse ministerie van buitenlandse zaken liet zondag weten dat onderzocht wordt of Sgrena is ontvoerd door opstandelingen met politieke motieven of door doodgewone criminelen die uit zijn op losgeld.
Sgrena (56) werd vrijdag ontvoerd. Een collega van haar zei zaterdagochtend met de mobiele telefoon van Sgrena te zijn gebeld. Radioverslaggeefster Barbara Schiavulli zei geen stemmen te hebben gehoord, alleen Arabische muziek op de achtergrond.
Volgens de Iraakse politie werd Sgrena vrijdag klemgereden in de buurt van de universiteit van Bagdad en door vier gewapende mannen in haar auto meegenomen.
Sgrena werkt voor de communistische krant Il Manifesto en is sinds 23 januari in Irak. Twee uur voordat ze werd ontvoerd belde ze nog met de krant, zei haar collega Francesco Paterno. De ontvoerders lieten de chauffeur van Sgrena’s auto en twee Iraakse journalisten die ook in de auto zaten gaan.
De Iraakse kiesraad denkt volgende week donderdag de totaaluitslag bekend te kunnen maken van de verkiezingen die op zondag 30 januari zijn gehouden. De raad maakte geen nieuwe tussenstand bekend. In de laatste tussenstand had de door sjiitische geestelijken gesteunde Verenigde Iraakse Alliantie een grote voorsprong opgebouwd op de lijst van de pro-Amerikaanse premier Iyad Allawi.
Een van de leiders van de Alliantie, Redha Taqi, zei dat zijn partij het presidentschap of het premierschap zal opeisen, bij voorkeur het premierschap. Taqi zei verder dat sjiitische politici bij de vorming van een regering en het opstellen van een grondwet willen overleggen met soennitische partijen, die niet aan de verkiezingen hebben deelgenomen.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, heeft Turkije verzekerd dat de Verenigde Staten absolute voorstanders zijn van een ongedeeld Irak. „Die boodschap maken we kenbaar via alle kanalen die we in Irak hebben”, zei Rice voordat zij zaterdag voor een tweedaags bezoek in Turkije arriveerde.
De nieuwe Amerikaanse minister van buitenlandse zaken maakt een rondreis door Europa en het Midden-Oosten en deed eerder al Groot-Brittannië, Duitsland en Polen aan. Haar bezoek aan Turkije was vooral bedoeld om de door de oorlog in Irak beschadigde betrekkingen aan te halen. Turkije is een belangrijke bondgenoot van de Verenigde Staten, maar de meeste Turken waren tegen de oorlog en het Turkse parlement weigerde de Amerikanen in 2003 toestemming om Turkije als springplank voor de invasie van Irak te gebruiken. Turkije vreest dat Irak tengevolge van het Amerikaanse ingrijpen uiteen zal vallen en dat de Koerden in het noorden een eigen staat zullen vestigen.
Het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken en de politie van de Noord-Iraakse stad Mosul zijn een mediaoffensief begonnen tegen de rebellen. Ze tonen op de lokale televisie beelden van verdachten van ontvoeringen die publiekelijk hun spijt betuigen over hun daden, meldde The New York Times zaterdag.
De kijkers zien eerst een van de beruchte video-opnamen van ontvoerders die met een mes of een wapen Iraakse of buitenlandse gijzelaars bedreigen. Meteen daarna verschijnt een van de kennelijk intussen gearresteerde ontvoerders in beeld die soms tot tranen toe bewogen zegt dat hij spijt heeft van zijn daad.
In een gesprek dat volgt met de verdachte wordt vervolgens onderstreept dat het een criminele daad was en geen onderdeel van de jihad. Met dat laatste willen het ministerie en de politie de ontvoeringen en andere daden van opstandelingen ontdoen van hun religieuze motieven, die niet oprecht zouden zijn.
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zet in de krant overigens wel vraagtekens bij de „getuigenissen” van de verdachten op tv. Dergelijke beelden staan op gespannen voet met internationale regels ter bescherming van verdachten en ze roepen ook de vraag op in hoeverre de getuigenissen zijn afgedwongen door middel van mishandeling of zelfs marteling.