Reanimeren in de kerk
Vrijwel iedere kerkganger maakt het weleens mee. Een gemeentelid wordt tijdens de dienst onwel, waarna daarvoor aangewezen personen eerste hulp verlenen. Meestal is er sprake van een onschuldige flauwte, maar de oorzaak kan ook een hartstilstand of hersenbloeding zijn. Hoe te handelen door predikant en hulpverleners?
Het was een stressvol moment voor ds. M. Krijgsman (57), sinds mei 2022 predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te Uddel, ruim 1150 zielen groot. Op zondag 16 oktober dat jaar bevestigde hij een lid van de gemeente in het ambt van diaken. Tijdens het toezingen van deze broeder door de gemeente werd de organist onwel.
Vanaf de kansel heeft de Uddelse predikant goed zicht op het orgel en de speeltafel. „Ik dacht eerst aan een hanger in het orgel, maar al snel kreeg ik in de gaten dat de organist niet goed werd. Zijn spel veranderde in een brij; wel wist hij de begeleiding tot het eind van het vers te volbrengen. Daarna ben ik doorgegaan met het lezen van het slot van het formulier. Ondertussen zijn de BHV’ers naar boven gegaan. Die hebben de organist zonder brancard beneden weten te krijgen.”
Intussen was 112 gebeld en een ambulance besteld. Op verzoek van de koster verzocht de predikant de gemeente na het ontvangen van de zegen de kerk via de zijingangen te verlaten. De hoofdingang was afgesloten.
Op het handelen van de BHV kijkt ds. Krijgsman met waardering terug. „De organist is snel en deskundig naar beneden gebracht en overgedragen aan het ambulancepersoneel. Pas in de consistorie kreeg ik te horen dat hij een hersenbloeding had gehad. Gelukkig mocht het achteraf meevallen. Krap twee maanden later kon hij de begeleiding van de zang in de eredienst weer oppakken. Het had ook heel anders kunnen aflopen, zoals bij de organist van de christelijke gereformeerde kerk in Nunspeet, die is overleden.”
Sedationist
Sinds de bevestiging in zijn eerste gemeente, in 2009, maakte de predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland het verschillende keren mee dat iemand tijdens de dienst door hulpverleners moest worden afgevoerd vanwege lichamelijke problemen. „In de meeste gevallen kon ik gewoon doorpreken, omdat de betreffende persoon achter in de kerk zat en snel naar de hal is gebracht. Eén keer vroeg dat wat meer tijd en heb ik een psalm laten zingen.”
Tijmen (66) en Liesbeth van ’t Hul (61) zijn sinds 2008 koster van de hersteld hervormde gemeente in Doornspijk, goed voor ruim 1300 leden. Het BHV-team telt dertien leden, onder wie een arts en een verpleegkundige. Wordt iemand tijdens de dienst onwel, dan verlenen de BHV’ers van het betreffende vak in de kerk hulp, samen met de koster. Desgewenst roept de laatste versterking op. Een van de ouderlingen is in het dagelijks leven sedationist in Ziekenhuis St. Jansdal te Harderwijk. Zo nodig kan ook hij assistentie verlenen.
In de vijftien jaar die ze nu dienen, maakte het kostersechtpaar weinig incidenten mee. Eind vorig jaar voor het laatst. Toen raakte een vrouw buiten bewustzijn. Het transport naar een van de zalen gebeurt in de Veluwse gemeenten spontaan door leden die naast het slachtoffer zitten. „Je zou eens moeten zien hoe snel dat gaat”, lacht Van ’t Hul. „Voordat de BHV’ers goed en wel in de gaten hebben wat er aan de hand is, is de betreffende persoon al op een behoorlijke manier naar een zaal gedragen. De rolstoel die is aangeschaft, wordt nooit gebruikt.”
Oefening
Een ambulancechauffeur, actief bij de vrijwillige brandweer, geeft twee keer per jaar een training aan het BHV-team. Het reanimeren wordt jaarlijks geoefend. „Mocht er ooit iets ernstigs gebeuren, dan weet elke BHV’er wat hij moet doen. De koster heeft de algemene leiding en informeert de dominee, zodat ook hij weet wat van hem wordt verwacht. Soms is het laten zingen van een psalmvers voldoende. Het kán nodig zijn om de kerk te ontruimen. Dan moet hij de goede aanwijzingen geven.” De kerkenraad van de hersteld hervormde gemeente is geen voorstander van ontruimingsoefeningen met de hele gemeente. Daarom vraagt Van ’t Hul bij oefeningen een vereniging als publiek. „Daar hebben we prima ervaringen mee.”
In principe preekt de voorganger van de Doornspijkse gemeente gewoon door als iemand onwel wordt. „Dat werkt bij ons prima”, verzekert de koster. „Het geeft de minste onrust.” Bij twijfel belt hij direct 112 met het verzoek een ambulance te sturen. „Dat hebben we in al die jaren een keer of vijf meegemaakt.” Familieleden en vrienden die zich met de hulpverlening gaan bemoeien, maant hij vriendelijk maar dringend zich afzijdig te houden. „De mensen die er verstand van hebben, moeten onbelemmerd hun werk kunnen doen.”
Evaluatie
Bij een wat ernstiger incident evalueert het BHV-team na afloop de hulpverlening. Tot nu toe maakte het kostersechtpaar het niet mee dat achteraf bezien anders had moeten worden gehandeld. „Vaak is hyperventilatie de oorzaak van het onwel worden tijdens de dienst. Meestal zijn het dezelfde personen. Dan herken je het beeld direct.”
Ook ds. B. Labee (55), predikant van de gereformeerde gemeente in Veenendaal, werd in zijn 15-jarige loopbaan als predikant nooit geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen tijdens de eredienst. „Dat verwondert me, zeker gezien de omvang van de gemeenten die ik diende. Tricht-Geldermalsen telde destijds zo’n 1300 leden. Hier in Veenendaal zijn het er ruim 2300.”
Een incident dat grote indruk op hem maakte, had plaats in een kleine gemeente waar hij als student voorging. „Er zat ook een groep mensen met een beperking, die op kamp waren. Een van hen zakte tijdens de dienst tussen de banken. Ik zag het gebeuren, maar niemand van de begeleiders deed iets. Dat gaf me een enorme spanning. Moet ik nou stoppen, een versje opgeven, gewoon doorgaan…? Na de dienst kreeg ik te horen dat die persoon geregeld een soort epileptische aanval kreeg. De ervaring had geleerd dat je hem het best in een comfortabele houding kon leggen en het daarbij laten. Ik heb aangegeven dat het wel verstandig is om dit ook even aan de dienstdoende predikant te melden.”
Rustig
Nu hij naast zijn werk als predikant ook ambtelijke vakken doceert aan de Theologische School van zijn kerkverband, haalt ds. Labee deze anekdote nog weleens op voor de studenten. „Er is altijd een college waarin ik aandacht besteed aan onverwachte situaties die zich tijdens de dienst kunnen voordoen. Het belangrijkste is dat je als predikant rustig blijft en goed luistert naar wat de hulpverleners zeggen.”
In vrijwel alle kansels van de Gereformeerde Gemeenten hangt een vel met daarop aanwijzingen hoe te handelen bij ernstige calamiteiten. „De BHV-groepen in ons kerkverband hebben de zaken keurig op orde, is mijn ervaring.” Zelf weet hij zich gezegend met een gemeente die een aantal artsen telt. „Twee diakenen zijn huisarts. Dat is bijzonder fijn.”
De jaren als gemeentepredikant leerden hem dat mensen die snel last hebben van bepaalde lichamelijke ongemakken een plek achter in de kerk kiezen, zodat ze ongemerkt de kerkzaal kunnen verlaten. „Vanaf de kansel zie je dat, maar het gros van de gemeenteleden heeft niets in de gaten.”
Tot het beëindigen of afgelasten van een dienst zou de Veenendaalse predikant alleen overgaan als dat vanwege de hulpverlening absoluut noodzakelijk is. „Waar kun je in verdrietige omstandigheden beter zijn dan onder het Woord? Maar iemand die een andere keuze maakt, neem ik niets kwalijk. Er zijn geen twee situaties gelijk.”
Ark der behoudenis
Door het herseninfarct van de organist in Uddel ging ds. Krijgsman nog sterker beseffen hoe onverwachts de situatie in een eredienst kan veranderen. „Rustig blijven is dan heel belangrijk. Als predikant moet je heel snel inschatten wat het beste is in de gegeven omstandigheden, eventueel in overleg met de koster. Je moet ook goed onthouden waar je bent gebleven met je preek. Van groot belang is dat er schriftelijk vastgelegde instructies zijn voor de predikant, zodat hij op de hoogte is van de procedures en weet wat er van hem wordt verwacht.”
Het overlijden van een gemeentelid tijdens de dienst hoopt hij nooit mee te maken. „Als ik me zo’n situatie voorstel, denk ik dat de impact op de kerkgangers zo groot is, dat je geen aandacht meer kunt verwachten. Ik zou de gemeente nog kort wijzen op de ernst en kortstondigheid van het leven. En op de noodzakelijkheid van een schuilplaats voor onze ziel in Christus, de Ark der behoudenis, Waarvan de deur nog openstaat.”