Het debat was aangevraagd door Wout Jansen van oppositiepartij Sterk Lokaal Flevoland vanwege het vertrek van Van den Berg als gedeputeerde begin oktober. Van den Berg vertrok een aantal dagen nadat Jansen op het laatste moment een motie van wantrouwen tegen de gedeputeerde had ingetrokken. Jansen vond dat Van den Berg dossierkennis miste en de bestuurlijke procedures niet kende.

Keuter gaf na een eerste weigering kort antwoord op een aantal vragen van de oppositiepartijen. Zo zei ze dat de BBB van de fout bij de aanstelling heeft geleerd en dat er in de toekomst scherp wordt gekeken naar een nieuwe selectieprocedure. Hoe die procedure eruit zag bij de aanstelling van Van den Berg en Jan Klopman zei Keuter niet.

In eerste instantie hadden de coalitiepartijen met elkaar afgesproken geen antwoord te geven en het te bespreken op een statenconferentie op 15 november. Daar kwam veel weerstand op van oppositiepartijen Sterk Lokaal Flevoland, PvdA, PvdD en CDA. Abassin Nessar van de PvdA zei dat het voelde als een „Rutte-tactiek” en dat het nooit meer besproken zou gaan worden. Jansen was niet te spreken over het gebrek aan transparantie bij de coalitie. Na een overleg met alle fractievoorzitters werd besloten dat het toch op de besloten statenconferentie wordt besproken. Over wat daar besproken wordt, komt niets naar buiten.

Van den Berg krijgt na zijn vertrek twee jaar wachtgeld tot hij nieuw werk heeft. Meerdere partijen vroegen ook om, zolang er wachtgeld wordt betaald, geen nieuwe gedeputeerde aan te stellen. Zo kunnen de kosten voor de provincie worden beperkt, volgens de partijen. Onder meer D66 en GroenLinks willen dat er helemaal geen nieuwe gedeputeerde meer bijkomt, maar dat de vijf nog zittende bestuurders het werk van Van den Berg blijvend overnemen.

Dat Keuter de fout van haar partij kon toegeven, noemden onder meer D66, PvdA en PvdD „goed”, maar dat ze daarna in eerste instantie namens de hele coalitie de vragen niet wilde beantwoorden, werd gezien als „behoorlijk onvoldoende”.