In de voetsporen van Van Gogh
In de weken dat Vincent van Gogh in Hoogeveen verbleef, liep hij heel wat af. Een wandelroute door voormalig turfgebied geeft een indruk van wat hij zag. Of toch niet?
De Drentse periode van Van Gogh, in 1883, krijgt in de provincie veel aandacht. Het Drents Museum wijdt er een expositie aan. Er zijn verschillende fietsroutes uitgezet. En een werkgroep in het dorp Tiendeveen bedacht een wandelroute om het Drentse werk van Van Gogh te verbinden met de geschiedenis van de streek.
Een leuk idee, dat een interessante wandeling heeft opgeleverd. Dat de route nog nieuw is, blijkt uit het feit dat nog niet alle informatieborden zijn geplaatst. Maar niet getreurd: bij het beginpunt van de tocht kun je voor 3,50 euro een handzame brochure vol informatie aanschaffen.
Dat je al wandelend in de voetsporen van de schilder stapt, is een intrigerende gedachte. Hij was hier echt, want hij schrijft in een van zijn brieven over wat hij zag toen hij in de buurt van Stuifzand en Zwartschaap rondliep: „… schuiten door mannen, vrouwen, kinderen … getrokken, met turf geladen, midden in de hei”.
De wijken –kanalen– waarover de turven per schip werden afgevoerd, waren er dus al. Maar verder is er weinig meer hetzelfde. De bossen zijn pas later aangeplant, en daarna weer voor een groot deel gekapt, lees ik in het boekje. Ook het huidige dorp Tiendeveen bestond in Vincents tijd nog niet. Het Tiende Veen was de naam voor een toentertijd grotendeels kaal gebied. Misschien bedekt met heide die nog moest worden afgegraven. Precies wat Vincent in Drenthe zag, getuige zijn schilderijen. Leeg land, rechte waterwegen. Ploeterende mensen, schamele hutjes.
Voor mij is het landschap rond Tiendeveen een tamelijk ideale wandelomgeving. Rust, veel zandpaden en bomen, maar daartussendoor zie je steeds het wijde boerenland. Ook de wijken langs de route hebben zo’n verruimend effect: je weet dat ze ergens heengaan, je blik gaat als vanzelf die kant op. Maar ik ben bevooroordeeld, want ik kom hier vandaan. „Weg” – zegt een Drent. Zoals hij ook „de bos” zegt, en niet „het bos”. Een zorgboerderij langs de route voert die naam met trots: ”Achter de bos”.
Wellicht vanwege die persoonlijke link ervaar ik de route uiteindelijk meer als een wandeling door de geschiedenis van de streek dan als een hommage aan Van Gogh. Dat het Kremboongbos, waar nog maar een klein deel van over is, ooit een wandelbestemming was voor mensen die in Hoogeveense logementen verbleven, bijvoorbeeld. De intrigerende naam dankt het bos aan Frederik s’Jacob, gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, die het in 1888 liet aanplanten en het vernoemde naar zijn suikerplantage.