Houdt aanval Hamas verband met Israëls zonden?
In deze tijd van nood moeten we niet praten over Israëls tekortkomingen, maar God bidden om ontferming over Zijn volk. Met een stille hoop in ons hart: „Is Israël in nood, er zal verlossing komen.”
Een predikant uit Tenerife, ds. Sierra, gaf zijn visie op het gebeuren in Israël (RD 21-10). Hij wist het: de aanval van Hamas staat in verband met het feit dat Israël God heeft verlaten. Ik las: „Israël verviel in oude fouten, door God weer te verlaten.” Want hoe was het vroeger? „…Na de grote oorlogen van 1948, 1967 en 1973, waarin Gods hand op wonderlijke wijze zichtbaar was, heeft Israël Gods geboden verlaten en is het verworden tot een van liberaalste landen ter wereld.” Die zit! Vroeger was het wel anders, maar nu… De visie van de predikant was een ”eyeopener” voor een zendeling in Ecuador. Maar is dit geen ”blame game” of, in gewoon Hollands, ”eigen schuld, dikke bult”?
Heidenvolken
Ik beweer niet dat de verschijnselen in Israël die ds. Sierra allemaal opsomt (abortus, euthanasie, pride, party’s, enzovoorts) geen zonden zijn. Maar dan kan ik ook nog wel een paar kwalijke verschijnselen opnoemen waarmee Nederland vooroploopt in de wereld. Dan zijn wij wel de eersten die gestraft moeten worden. Dat weet ds. Sierra ook, maar Israël is het volk van God, schrijft hij, en dus treft hen de verbondswraak. Goed gezien en Bijbels onderbouwd! Maar ik lees ook van heidenvolken die gestraft werden. Ik lees ook van Sodom en Gomorra, waar God om Zijn recht kwam.
Wat zit dat toch diep in de mens. Wij weten zo goed de schuld bij de ander aan te wijzen. Het vingertje omhoog en wijzen maar… In de moderne media klinkt meer en meer het geluid: „Dat heeft Israël, dat heeft de Jood aan zichzelf te danken.” Wij in het Westen weten hoe het zit. Vanuit onze comfortabele huizen zullen we Israël wel eens de les lezen.
Laten we echter oppassen. Op een ”vromere” manier klinken dergelijke geluiden ook in onze eigen kring. Wij zullen wel eens zeggen waarom Israël getroffen is. Wij zien de verbanden… Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Dat is toch waar? En dan kunnen we weer gerust verder leven.
Kerkelijke schuld
Hier mis ik de diepe toon van ootmoed en schuldbesef. Wie zijn we zelf? Wie zijn we voor Gods aangezicht? Dan past ons de bede van Psalm 130:2 (berijmd): „Zo Gij in ’t recht wilt treden, o Heer’, en gadeslaan onz’ ongerechtigheden; Ach, wie zal dan bestaan?”
Kennelijk waren er in de dagen van de Heere Jezus ook al veel mensen die de ”verbanden” wisten te leggen. Die Galileeërs wier bloed Pilatus met hun offeranden gemengd had. Die achttien mensen die bedolven werden door de toren van Siloam. Eigen schuld, toch? Maar wat zegt Jezus? „Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen insgelijks vergaan” (Lukas 13).
Hier mis ik ook het besef van kerkelijke schuld. Hoe staan we als kerken tegenover Israël? Hoe waren we als kerken in het verleden en hoe hadden we moeten zijn? Er is geen reden om ons te verheffen. Had ik, hadden wij het dan beter gedaan? We moeten ons als kerken diep schamen. Er waren uitzonderingen, maar over het algemeen hebben wij als kerken gezwegen en niet geschreeuwd voor het Joodse volk. Die schuld ligt op ons. En schuld moet worden beleden. Hoe durven we als kerk van een schuld bij Israël te spreken zonder onze eigen schuld te belijden?
Hoop
Laten we ophouden met ”eigen schuld, dikke bult”. Wij hoeven niet te vertellen wat er allemaal mis is in Israël. Dan zijn we al een deur te ver. Laten we maar bij onszelf beginnen. En áls we dan vinden dat er in Israël grote zonden worden gedaan, laten we dat dan even voor ons houden, nu Israël in nood is. Laten we bidden en zuchten of God Zich over Zijn Israël wil ontfermen. Met een stille hoop in ons hart: „Is Israël in nood, er zal verlossing komen; Zijn goedheid is zeer groot. Hij maakt, op hun gebeden, gans Israël eens vrij van ongerechtigheden; Zo doe Hij ook aan mij” (Psalm 130:4 berijmd)
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente in Zoetermeer