Kerk & religie

Druk

4 February 2005 19:48Gewijzigd op 14 November 2020 02:11

Soms ligt Gods hand zwaar op Zijn kinderen als Hij hen laat beroven van hun tijdelijke goederen. Dat lezen wij bij Job. God had hem gezegend met veel goederen, ja met veel kinderen. Toen de hand van de Heere zich tegen hem verhief, was hij in korte tijd van alles beroofd.Zien we naar de profeet David. O, hoe heeft hij ook de hand des Heeren bij deze gelegenheid gevoeld in de vervolgingen door Saul. Hij moest voor hem vluchten als een veldhoen op de bergen. Hij moest zich verbergen in de holen en de spelonken van de bergen, zodat hij zeggen moest: „O, God! Gij hebt mijn omzwervingen geteld.” Ook ligt de hand van God zwaar op Zijn kinderen als Hij hun lichamen met ziekten bezoekt. Zie dit ook in die vrome man Job, die zo zwaar werd bezocht dat er niets gezonds aan hem was van de voetzool af tot de schedel toe. U weet toch ook van die vrome koning Hizkía dat hij op een dag te horen kreeg van de profeet Jesaja: „Geef bevel aan uw huis want gij zult sterven en niet leven”? En van die man die 38 jaar ziek op bed lag?

Ook ligt de hand des Heeren zwaar op Zijn kinderen als Hij hen in het geweten slaat met een verontrust gemoed over hun zonden en hen voor een tijd de gevoelige troost ontneemt dat hun zonden vergeven zijn. David zucht hiervan en roept het uit: „Mijn sap werd veranderd in zomerdroogte.”

Adrianus Hasius, predikant te Leeuwarden (Koninklijcke leyd-ster, 1656)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer