Koningspaar ziet rijk en arm in Zuid-Afrika
„Wie heeft de woorden om de afstand tussen jou en mij te overbruggen?” Terwijl dit Engelstalige lied op de achtergrond klinkt, lopen koning Willem-Alexander en koningin Máxima bij het Apartheidsmuseum in Johannesburg langs een rij portretten van de Nelson Mandela.
Tijdens de eerste dag van het staatsbezoek aan Zuid-Afrika was er woensdag alle aandacht voor afstanden. Tussen blank en zwart, in het verleden. Tussen rijk en arm, ook nu nog.
Gescheiden ingangen voor ”blankes” en ”nie-blankes” maken bij het Apartheidsmuseum de verhoudingen van voor de omwenteling van 1994 aanschouwelijk. Stil luistert het koningspaar even later naar oude filmpjes waaruit blijkt hoe verschillend blanke en zwarte inwoners de rassendiscriminatie soms ervoeren. Bij een muur met namen van slachtoffers vertelt een gids over het martelen van kleurlingen die in verzet kwamen. Vanaf het dak bungelen touwen naar beneden, eindigend in een strop. Daar eindigden de straffen in het ongunstigste geval.
Het koningspaar mag een cel in. De deur gaat dicht, maar al snel weer open. „Uw tijd zit erop”, zegt de gids.
In fors tempo gaat het langs panelen met uitleg over de wantoestanden in de mijnbouw, over de strijd tegen onrecht en achterstelling, over de gelijkberechtiging die foto’s opleverde van hoogbejaarde kleurlingen die voor het eerst naar de stembus mochten.
Achteruitgang
En toen werd alles beter. Maar die verwachting bleek niet uit te komen. „Het land gaat achteruit”, zegt een bejaarde vrouw die sinds 1953 in Zuid-Afrika woont. Zij is een van de Nederlanders die het koningspaar deze dag in de grote tuin achter de woning van de ambassadeur ontmoet. Armoede, verwaarlozing, onveiligheid, nee, het werd volgens haar niet beter na de machtswisseling van 1994.
„Zuid-Afrika is gevaarlijk voor vrouwen”, klonk het eerder op de dag tijdens een gesprek dat het koningspaar aanging. In het eerste kwartaal van vorig jaar waren er 115 verkrachtingen per dag, en de slachtoffers krijgen vaak nauwelijks juridische bijstand.
De tocht van het vorstelijk paar gaat door wijken waar de woningen van welgestelden stuk voor stuk schuilgaan achter een hoge muur met minstens vijf draden erboven. En die draden staan onder stroom, om inbrekers buiten te houden. De wijk kom je alleen maar in langs slagbomen en bewakers.
De tocht gaat ook langs plakkerskampen, uitgestrekte krottenwijken vol hutjes van golfplaten. Langs wegbermen die bezaaid zijn met afval. Op kruispunten zoeven auto’s rakelings langs mensen die wat geld proberen te verzamelen door koopwaar aan te bieden of alleen maar een lege hand uit te steken.
Drab
Het staatsbezoek staat vooral in het teken van initiatieven die de situatie verbeteren, al lijkt het soms een druppel op een gloeiende plaat. Na aankomst op het militaire vliegveld van Waterkloof gaat het koningspaar eerst naar Blesbokspruit. Dicht bij heuvels die herinneren aan de mijnbouw plonzen arbeiders met lieslaarzen door het moeras. De buitenlandse bezoekers kijken toe vanaf een wiebelend plankier. Gassen borrelen omhoog in het drabbige water. De mannen en vrouwen die door de prut waden, verwijderen grote hoeveelheden waterhyacint, want de plant is een plaag: het moeras groeit dicht, het water stroomt niet door en steeds meer dier- en plantensoorten verdwijnen.
Even verderop krijgen koning en koningin te zien hoe de geoogste stengels een goede bestemming krijgen: ze worden gedroogd tot touw. Op tafels liggen de producten uitgestald die de plaatselijke bevolking ervan maakt. Twee problemen iets verminderd: achteruitgang van de natuur en werkloosheid onder de omwonenden.
Ook andere initiatieven krijgen aandacht. Voorbeelden worden genoemd van kinderen die verdronken in een onveilige latrine. Nu worden veel veiliger toiletten gebouwd.
Van die innovatie krijgen de gasten nog meer te zien deze dag. De stoet witte auto’s en zwarte busjes waarmee het koningspaar door het land spurt, doet Innovation Village aan, een hal waar ondernemers uitleg geven over groene waterstof, hergebruik van afval, toekomstbestendige landbouw en verbetering van het onderwijs.
Tussendoor is er een fotomoment onder paarse jacaranda’s. De bomen staan in oktober in de bloesem. Die ligt al voor een deel op de grond, want de dagen vóór het staatsbezoek waren nat en koud. Maar er hangt nog genoeg aan de grillig gevormde takken.
Ontbijtkoek
De ontvangst van de Nederlandse gemeenschap is het slot van de eerste dag van het driedaagse bezoek. De aanwezige Nederlanders wonen allemaal in de regio Pretoria. Onder hen is een aantal leden van de gereformeerde gemeente in Nederland. Met twee van hen, Willem Nap jr. en zijn vrouw, gaat koningin Máxima in gesprek over hun onderneming De Soete Inval, waarvoor ze producten importeren vanuit Nederland.
Joanne Doornewaard –nog geen drie maanden ambassadeur in Zuid-Afrika– noemt de winkel even later in haar toespraak: dankzij De Soete Inval eten kleinkinderen van Nederlandse immigranten nog steeds ontbijtkoek.
Minstens 350 bedrijven in Zuid-Afrika hebben banden met Nederland. Pretoria telt drie Nederlandse scholen. Ook in andere sectoren werken beide landen samen. „De mogelijkheden zijn hier eindeloos, net als het geduld en de flexibiliteit die je nodig hebt om hier te kunnen floreren”, zegt Doornewaard.
In zijn dankwoord zegt de koning onder de indruk te zijn van het vrijwilligerswerk dat de Nederlanders in het land doen naast hun baan of na hun pensioen. Dan klinkt onder de Zuid-Afrikaanse palmen het Nederlandse volkslied.