OM eist drie jaar tegen Rus voor ontwijken EU-sancties
Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag bij de rechtbank in Rotterdam drie jaar cel en een boete van 350.000 euro geëist tegen de 56-jarige Rus Dmitri K., voor het ontwijken van de EU-sancties tegen Rusland. Hij zou in 2022 stelselmatig spullen, zoals microchips en drones, naar Rusland hebben gestuurd die door het Russische leger kunnen worden gebruikt in de oorlog tegen Oekraïne. K. zou daarbij tal van documenten hebben vervalst om zijn verboden handel verborgen te houden.
De verdachte is niet in de rechtszaal verschenen. Nadat de rechtbank zijn voorarrest eind vorig jaar had opgeschort, vertrok hij met zijn gezin naar Rusland. Het feit dat hij zich aan zijn berechting heeft onttrokken wogen de twee officieren van justitie mee in hun eis.
De handelsbeperkingen werden van kracht na de inval van Rusland op 24 februari 2022. De zaak tegen K. kwam aan het rollen nadat een Nederlandse bank een paar maanden later een melding ongebruikelijke transacties over de man had gedaan. Een daaropvolgend onderzoek van de FIOD leidde al snel tot de arrestatie van K. en een doorzoeking van zijn woning in het Gelderse Gorssel.
Justitie meent dat de man de handelsbeperkingen „welbewust en op brutale wijze heeft genegeerd” en aldus het Russische oorlogsgeweld tegen Oekraïne in stand heeft gehouden. Daaraan heeft hij een substantiële bijdrage geleverd, vindt het OM. „Deze zaak behelst veel meer dan een kleine ondernemer die wat probeerde bij te verdienen. De goederen werden geleverd aan de defensie-industrie.” De oorlog in Oekraïne gaat onverminderd door, benadrukte het OM, en er vallen nog steeds vele slachtoffers.
K. heeft diverse verklaringen afgelegd, maar liet daarin volgens het OM „niet het achterste van zijn tong zien”. De man zou financieel beter van zijn praktijken hebben willen worden maar ook hebben gehandeld omdat hij zijn vaderland wilde steunen in de oorlog tegen Oekraïne. Zijn advocaat bestreed dat laatste. „Hij had een bedrijfje en dat leverde alleen aan Rusland.”
De raadsman vroeg vrijspraak voor zijn cliënt, onder meer omdat het onderzoek vrijwel uitsluitend digitaal is geweest. Op die manier kon volgens hem onvoldoende worden vastgesteld of de verhandelde goederen strafbaar waren.
De zaak tegen K. is de eerste over het negeren van de sancties tegen Rusland, die aan de Nederlandse strafrechter wordt voorgelegd.
De rechtbank doet uitspraak op 31 oktober.