Kerk & religie

„Deur van de ark staat nóg open”

„En gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen.” De dagen van Noach: ds. G. J. van Aalst stond er donderadgavond bij stil, op een regionale bezinningsbijeenkomst in Ridderkerk. „De deur staat nóg open.”

Kerkredactie
4 February 2005 08:58Gewijzigd op 14 November 2020 02:11
RIDDERKERK – In de kerk van de gereformeerde gemeente van Ridderkerk, de Bethelkerk, had donderdagavond een regionale bezinningsbijeenkomst plaats, die in het teken stond van „de ernst van de tijd waarin wij met onze gezinnen en kerkelijke gemeenschappe
RIDDERKERK – In de kerk van de gereformeerde gemeente van Ridderkerk, de Bethelkerk, had donderdagavond een regionale bezinningsbijeenkomst plaats, die in het teken stond van „de ernst van de tijd waarin wij met onze gezinnen en kerkelijke gemeenschappe

Ze hebben Noach laten preken, zei de predikant van de gereformeerde gemeente in Klaaswaal, naar aanleiding van Matthéüs 24:36-44. „De ark wordt zichtbaar groter. De deur wordt gemaakt, de deur wordt gewezen, en er wordt gezegd dat de deur een keer dicht zal gaan. En wat doen ze? „Laat ons eten, drinken.” Genotzuchtig, gericht op het lichaam, op zichzelf, op het hier en nu; niet op de komst van het Koninkrijk der hemelen.

Etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende: schijnbaar gewone dagelijkse bezigheden. Maar God wordt erin gemist. Uit hun dagelijks leven is God weggedrukt.

Komt het al wat dichterbij? De deur wordt gewezen, de deur staat wagenwijd open. En toch: doorgaan. Het is hen overvallen. Want, lezen we: ze bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam.”

Alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen. Ds. Van Aalst: „Men is druk, gaat zijn eigen leven, z’n eigen weg. Van het ene plezier naar het andere vertier. Men laat zich niet meer gezeggen. En zoek dat niet alleen buiten de muren van de kerk. „Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelf. Meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods.”

Nóg staat de deur open. „Ik ben de Deur”, zegt Christus. „Die door Mij ingaat, zal behouden worden.” Maar de deur gaat een keer dicht.”

Ds. Van Aalst was een van de drie sprekers op de bezinningsavond, georganiseerd door de Ridderkerkse SGP-kiesvereniging. De bijeenkomst stond in het teken van „de ernst van de tijd waarin wij met onze gezinnen en kerkelijke gemeenschappen leven.” Het kerkgebouw van de plaatselijke gereformeerde gemeente (Bethelkerk) was nagenoeg geheel gevuld. Ook de burgemeester, mevrouw J. H. M. Hermans-Vloedbeld (VVD), bevond zich onder de aanwezigen.

Ds. K. ten Klooster, predikant van de hersteld hervormde gemeente ter plaatse, sprak over Noach als prediker der gerechtigheid, naar aanleiding van 2 Petrus 2:5.

„De geest van de tijd is onze eigen geest”, citeerde de predikant de Duitse dichter Goethe. „Wij zijn ook dragers van de tijdgeest. Wij ademen hem in. De geest van onze tijd, daar staan wij mede schuldig aan. Maar het profetisch Woord staat er haaks op, ontmaskert de tijdgeest.”

Wat moeten wij doen tot genezing van de tijd? vroeg hij. „Voor alle dingen moeten wij inzien dat wij zelf genezing nodig hebben van de geest van de tijd, van het zondebokmechanisme dat de schuld altijd bij een ander legt.”

„Het Woord”, zei ds. Ten Klooster, „plaatst ons voor de Gekruisigde. De wereld wil van geen kruis weten, wil genieten. En ook de kerk ontgaat die zuigkracht van de tijdgeest niet. De dood is in de pot. Hoe kan er bezieling uitgaan van een geest die in niets is onderscheiden van de geest van de wereld, behalve dan door wat vrome woorden?

Noach liet het in zijn eigen leven zien dat hij en zijn gezin de Heere dienden. Wij moeten weer christen worden. Wij moeten opnieuw geboren worden, en dat sluit ook in dat wij het kruis beleven. Dat christendom is een zeldzaam goed. In hoeveel opzichten zijn wij niet wereldgelijkvormig!

Wij, wij, wij zullen terugmoeten tot de kruisweg en uit onze gevestigde posities komen. De tijdgeest weerstaan, dat is onze roeping, vanuit de beleving van het kruis. Wat zal de toekomst brengen? De toekomst is aan Hem. En alleen in Hem, in de Ark van het behoud, in Christus, is een verberging tegen de vloed.”

„Nu wij twee toespraken hebben gehoord”, zei ds. K. Visser, „wil ik u de vraag stellen: Wat doet u of jij daar nu mee? Wanneer we een kwartier de kerk uit zijn, zijn wij het dan weer vergeten? Wij zijn als het ware geroepen om de ark te bouwen. „Maak u een ark van goferhout.” Noach nam dat ter harte. Hij richtte zich op de dingen die je niet ziet.

En dat is typerend voor het zaligmakend geloof, dat zegt: Nu zie ik het. „Wat dan?” zegt een blinde ziel. „Zie je het dan niet? De zondvloed komt, het oordeel komt. En ik zie nog meer: dat er behoud is.” Daar richtte Noach zich op.

Zijn tijdgenoten richtten zich op de dingen die wel gezien werden: eten, drinken, trouwen. Noach bleef bouwen aan de ark. Hamerslag na hamerslag. Tot zijn behoud en tot dat van zijn gezin.”

Maar dan ligt het behoud niet in de ark zelf, aldus de christelijke gereformeerde predikant uit Barendrecht. „De ark was voor Noach slechts een teken van het behoud. Cham ging de ark immers ook in. Daarom moet het meer zijn dan uitwendige zaken.

„De kerk zal wel de ark zijn.” „Onze doop zal wel de ark zijn.” Leeft dat niet bij ons? „Wij zijn in de buurt van de ark, dus het kan altijd nog.” „We gaan naar de kerk, we krijgen wel eens een standje, een bemoediging.” Maar dat is het zaligmakend geloof niet. Het zaligmakend geloof is volhardend van karakter. Weliswaar aangevochten, maar het gaat dwars door alles heen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer