Overijssel stopt met zonnepark op land
De provincie Overijssel staat het aanleggen van grote zonneparken op onder meer landbouwgrond voorlopig niet meer toe.
Volgens het college van Gedeputeerde Staten is het doel wat betreft het opwekken van zonne-energie in de provincie inmiddels bereikt. In het coalitieakkoord hadden BBB, VVD, GroenLinks, PvdA en SGP al geschreven dat ze geen grote velden van zonnepanelen meer willen op landbouwgrond. Dat brengen de partijen nu in de praktijk.
„Hier staat een blije en tevreden fractievoorzitter van de BBB”, zei Carla Evers namens de grootste partij in de Staten van Overijssel. „We vinden het erg belangrijk om de energietransitie te voltooien op een manier die past bij Overijssel, met respect voor ons mooie landschap en met behoud van landbouwgrond. Want als één ding schaars is, is het wel grond.”
Pijplijn
Overijssel heeft als doel om in 2030 via zon en wind 3,3 terawattuur (TWh) aan elektriciteit op te wekken. Daarvan moet 40 procent via zonnepanelen op daken en op de grond gebeuren en 60 procent via windturbines.
Wat betreft de opwek via zon is dat doel zo goed als bereikt. De provincie rekent projecten die „in de pijplijn zitten en naar alle waarschijnlijkheid gerealiseerd worden” daarin mee.
Pauzeknop
Om de aanleg van nieuwe zonneparken op land daadwerkelijk aan banden te leggen, moet Overijssel de omgevingsverordening aanpassen. Dat gaat in de komende maanden gebeuren, in overleg met gemeenten, inwoners en de Staten. Om te voorkomen dat gemeenten of ondernemers in de aanloop naar een definitief besluit nog vergunningen aanvragen voor zonneparken, heeft de provincie een zogeheten voorbereidingsbesluit genomen. Dat betekent dat het komende halfjaar geen vergunningen afgegeven worden, tot de omgevingsverordening is aangepast. Volgens BBB-gedeputeerde Liesbeth Grijsen van ruimtelijke ordening wordt daarmee „de pauzeknop” ingedrukt.
Dit voorbereidingsbesluit werd de afgelopen weken in het geheim voorbereid. Statenleden konden de stukken inzien, maar daar rustte geheimhouding op. Het college wilde zo voorkomen dat er nog snel vergunningsaanvragen zouden worden gedaan.
Woensdag werd die geheimhouding opgeheven. Op D66 na stemden alle partijen in de Staten vervolgens voor het voorbereidingsbesluit. Wel waren de oppositiepartijen kritisch op de gang van zaken. Ze vinden dit niet passen bij de nieuwe bestuursstijl die het college onder leiding van BBB wil hanteren. „Dit verdient niet de schoonheidsprijs”, zei CDA-fractievoorzitter Rick Brink. Volgens Grijsen was het een „lastig dilemma”, maar het college vond dit de beste manier.