Fokke Imthorn (26): Mijn vader was psychotisch
Wat is de impact van psychisch lijden op een naaste? Fokke Imthorn (28) deelt open en kwetsbaar hoe het is om te leven met een vader die psychotisch was.
„Toen ik werd geboren had mijn vader al psychische problemen, maar met medicijnen werden die onderdrukt. Mijn ouders waren er gesloten over, om ons te beschermen. Ik wist wel dat hij ervoor opgenomen was geweest. Als puber ging ik op onderzoek uit. Ik bekeek wat hij slikte en ontdekte via Google dat het antipsychotica waren. Wat dat inhield, wist ik toen nog niet.
In overleg met de huisarts ging hij dit jaar de medicatie afbouwen, wat een grote fout zou blijken. Tot dan kende ik hem als rustig en zachtaardig. Dat begon te kenteren. Op een zondagavond, ik was dat weekend bij mijn vriendin, appte hij dat hij vrede met God had gevonden. Dat raakte me. Tegelijkertijd konden we de verandering in zijn gedrag niet goed plaatsen. Was dit echt het werk van Gods Geest? Mijn moeder herkende het gedrag direct, maar probeerde ons opnieuw te beschermen.
Nadat ik vanuit de omgeving vragen kreeg of het wel goed ging met mijn vader, deelde ik mijn zorgen met mijn uitwonende broer en zussen. Uiteindelijk ook met mijn moeder. We beseften: dit gaat niet goed. Op zijn werk toonde hij meer energie dan ooit. Daarnaast herschreef hij levensbeschrijvingen van godvrezende kinderen, die hij overal uitdeelde. Slapen deed hij nauwelijks meer. Thuis maakte ik bizarre situaties mee tussen mijn ouders. Ik voelde dat ik mijn moeder moest helpen en beschermen; tegelijk bleef het mijn vader. Hoewel ik weinig energie over had, moest ik continu ‘aan’ staan. Ik voelde me eenzaam. Soms kon ik mijn hart luchten bij mensen die uit ervaring weten wat het is.
Uiteindelijk is door de psycholoog die ons begeleidde ”Intensive Home Treatment” (IHT) aangevraagd. Helaas was de wachtlijst lang en de druk liep verder op. Vaak vroeg ik me af: moet het eerst escaleren? Op een zaterdag heb ik de crisisdienst gebeld, het werd ondraaglijk. De aanvraag voor IHT is daarna versneld. Ondanks aandringen van het IHT-team weigerde mijn vader medicatie. Daarop is een zorgmachtiging aangevraagd. Dat traject duurde weer zes weken. Ik wist niet of ik het nog vol zou houden, maar ik móést. Intussen probeerde ik mijn vader te begrenzen. Dat ervoer hij als tegenwerking. Meer dan eens citeerde hij de Bijbeltekst dat de huisgenoten van een gelovige zijn vijanden zullen worden. Soms reageerde hij zó verbaal agressief, dat ik er bang van werd.
Op een zondag heb ik de politie gebeld. Dat leidde tot een acute gedwongen opname in Almere. Daar is hij ingesteld op medicatie, eerst zonder succes. Hij bleef psychotisch. Tijdens mijn enige bezoek wilde hij me niet eens groeten. Ik was nog steeds zijn ‘vijand’. Zes weken lang is dat zo gebleven. Ik gaf het op. Mijn vader zou mijn vader niet meer zijn. Tot ik, op een maandagochtend, een appje van hem kreeg met de vraag: „Kun je mij vergeven?” De tranen sprongen in mijn ogen. Zou dit het eind zijn van deze maanden durende nachtmerrie? Die middag vielen we elkaar thuis in de armen. Mijn vader was er weer. God had uitkomst gegeven.
Het gaat nu wonderbaarlijk goed. Wel blijf ik bepaalde situaties associëren met die psychotische periode. Dan ben ik bang dat mijn vader weer terugvalt. Voor de ggz heb ik grote waardering gekregen. We ontvingen professionele hulp van psychologen en het IHT-team was via WhatsApp en telefoon altijd bereikbaar. Ook de openheid en eensgezindheid binnen ons gezin en onze familie zijn zeer helpend geweest. Ik hoop dat anderen die met zo’n situatie te maken hebben of krijgen, hetzelfde ervaren.”