Van de twee jaar dat Van Gogh in Parijs woonde, werkte hij drie maanden in 1887 rondom Asnières, waar hij zo’n veertig schilderijen maakte. Hij maakte er onder meer drie drieluiken, bestaande uit negen schilderijen. Zeven van de negen schilderijen zijn speciaal voor de tentoonstelling het eerst bij elkaar gebracht. Het Clichy-drieluik, gekenmerkt door de frisgroene kleuren, zal compleet te zien zijn. De andere twee drieluiken, het geschetste Grande Jatte-drieluik en het Asnières-drieluik met afgebeelde bruggen, boten en restaurants, missen beide een schilderij.

Voor de expositie heeft het Amsterdamse museum samengewerkt met het Art Institute of Chicago. „Als het kenniscentrum over het werk en leven van Vincent van Gogh zijn wij voortdurend op zoek naar nieuwe inzichten over de kunstenaar”, aldus directeur Emilie Gordenker. „Dit is voor het eerst dat de werken die Van Gogh in Asnières schilderde als groep zijn bestudeerd en zijn vergeleken met het werk van vier tijdgenoten die in hetzelfde gebied schilderden. Daarnaast biedt Van Gogh aan de Seine de bezoeker de zeldzame kans om indrukwekkende bruiklenen te zien uit privécollecties, die normaal gesproken achter gesloten deuren hangen.”

In totaal zijn er 23 werken van Van Gogh te zien, waaronder de Oevers van de Seine met de Pont de Clichy (1887). Dit schilderij is onderdeel van een particuliere collectie en was nog niet in Nederland getoond. Van Goghs Oever van de Seine met boten (1887) zal voor het eerst sinds 1984 voor publiek te zien zijn.

Van Gogh aan de Seine is vanaf vrijdag te zien tot en met 14 januari 2024.

Het Van Gogh Museum bestaat dit jaar vijftig jaar. Om dat te vieren, organiseerde het museum drie tentoonstellingen over de kunstenaar. Eerder waren er exposities over de laatste levensjaren van de schilder en een eerbetoon aan zijn familie. In juni hield het museum een verjaardagsfeest ter ere van zijn 50-jarige bestaan op het Museumplein.