Verkoop aandelen ABN AMRO levert staat ruim 1,1 miljard op
De verkoop van aandelen ABN AMRO heeft de staatskas bij elkaar 1,1 miljard euro opgeleverd. Dat meldt minister Sigrid Kaag (Financiën) aan de Tweede Kamer. Eerder werd al bekend dat de Nederlandse staat niet langer een controlerend belang heeft in de bank, die tijdens de kredietcrisis in 2008 noodgedwongen werd genationaliseerd.
Tijdens de jongste verkoopprocedure is het belang afgebouwd van 56 procent naar 49,5 procent. De 58,5 miljoen aandelen die in dat kader zijn verkocht, hebben 842 miljoen euro opgeleverd. Daarnaast heeft de overheid eerder dit jaar aandelen aangeboden onder het aandeleninkoopprogramma van de bank. De opbrengst daarvan bedroeg 281 miljoen euro.
De opbrengst van de aandelen ABN AMRO zorgt ervoor dat de staatsschuld daalt. Maar dat betekent niet dat het kabinet nu meer bestedingsruimte heeft, waarschuwt Kaag.
Het aandeelhouderschap van de overheid in de bank is een erfenis uit de mondiale financiële crisis in 2008. Het Belgisch-Nederlandse Fortis was destijds in grote moeilijkheden geraakt, mede door de te dure overname van de Nederlandse tak van ABN AMRO. De crisis verergerde die problemen, waardoor de beurskoers plots hard onderuitging.
Het toenmalige kabinet met Wouter Bos als minister van Financiën betaalde tientallen miljarden om de Nederlandse delen van het financiële concern te redden. Onder de vleugels van de Staat gingen de bancaire onderdelen verder als ABN AMRO. De verzekeringsactiviteiten werden al tussen 2016 en 2017 onder de naam ASR volledig naar de beurs gebracht.