Noodhulp bereikt slechts 30 procent van Srilankanen
Ondanks grootschalige nationale en internationale operaties ontvangt maar 30 procent van alle tsunami–slachtoffers op Sri Lanka hulp. Dat heeft Tilak Ranavirajah gezegd in Colombo. Hij coördineert in opdracht van president Kumaratunga de hulpoperaties op het eiland. Een deel van het probleem schuilt in de stroperige bureaucratie.
Volgens verscheidene media in Zuidoost–Azië hebben honderden Srilankanen woensdag geprotesteerd voor het kantoor van het wereldvoedselprogramma van de VN (WFP) in de hoofdstad. Ze eisten voedselhulp. Burgers in de zuidelijke stad Matara hebben bij een plaatselijke VN–afdeling gevraagd om interventie van de volkerenorganisatie bij de coördinatie van de hulpverlening.
Volgens Ranavirajah draaien niet alleen de ambtelijke molens te langzaam, veel slachtoffers weten ook niet waar ze hulp kunnen krijgen. De informatievoorziening schiet ongeveer zes weken na de ramp nog altijd tekort. Ook corruptie vormt een hinderpaal in de hulpverlening.
Ranavirajah verzekerde dat de hulpverlening nu snel zal verbeteren. Het is de bedoeling om voor 7 februari 70 tot 75 procent van alle hulpbehoevenden te bereiken. Hij onderstreepte ook dat hard tegen corruptie zal worden opgetreden. De vloedgolven hebben in Sri Lanka aan meer dan 30.000 mensen het leven gekost. Meer dan half miljoen mensen is ontheemd. Bijna een miljoen mensen is aangewezen op hulp om zichzelf en familieleden te kunnen voeden. Het gaat dan vooral om arme visserfamilies die geen boten en ook geen inkomsten meer hebben. De tsunami’s hebben aan tweederde van de Srilankaanse kust schade aangericht.