Angels zwijgzaam over moorden
De vijftien Hells Angels die verdacht worden van de moord op drie clubgenoten hebben zich donderdagmorgen bij de rechtbank in Amsterdam uiterst zwijgzaam getoond.
Opvallend was dat Hells Angel Marco H. enkel meldde zich te beroepen op zijn zwijgrecht. Andere aanwezige Hells Angels beriepen zich ook op hun zwijgrecht, maar voegden daar uitdrukkelijk aan toe de beschuldigingen te verwerpen. Zo zeiden enkelen: „Ik vind de beschuldigingen belachelijk. Ik heb de dood van de jongens niet gewild.”
Afgelopen dinsdag meldde kroongetuige Angelo D. dat Marco H. zijn betrokkenheid bij de moord tegenover hem zou hebben toegegeven. Volgens Marco H. was ook Jack S. bij de moord betrokken.
Politieagenten die op 13 februari 2004, kort na de vondst van de drie lichamen, naar het clubhuis van de Nomads kwamen, troffen daar onder anderen Hells Angel Pé S. Hij zou een kogelwerend vest hebben gedragen. Volgens de agenten waren de emoties en de woede van de Hells Angels gespeeld.
Pé S. verzette zich donderdagmorgen tegen dat geschetste beeld. „Belachelijk. Hoe moeten die mannen dat nou vast kunnen stellen?” Onderzoek toonde aan dat er bloed van de slachtoffers in het clubhuis is gevonden, onder meer aan de muur en in het trapgat.
Enkele getuigen hebben bij de Geleenbeek bij Echt, waar de lichamen van de slachtoffers zijn gevonden, een busje „met patsers” gezien. De ruiten zouden met folie zijn afgeplakt. Eén getuige heeft mannen gezien die iemand meedroegen.
De rechtbank las donderdagmorgen uitvoerig voor uit de sectierapporten die zijn gemaakt omtrent de dood van de Nomads Paul de Vries, Serge Wagener en Cor Peijnenburg. Daaruit blijkt dat de mannen met grof geweld om het leven zijn gebracht. De slachtoffers hadden verwondingen aan onder meer hoofd, hals, hart en handen.