Sterkste stijging cao-lonen sinds zeker begin deze eeuw
De Nederlandse cao-lonen zijn afgelopen kwartaal het sterkst gestegen sinds in ieder geval begin deze eeuw, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ook als wordt gecorrigeerd voor de inflatie gaat het volgens CBS-econoom Frank Notten om een „historisch hoge” loonstijging.
Werknemers die onder een cao vallen zagen hun uurloon met 6,1 procent toenemen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Zo’n sterke toename heeft het statistiekbureau niet meer gezien sinds begin deze eeuw werd begonnen met het elk kwartaal bijhouden van de cijfers over de cao-lonen. Notten zegt dat er begin jaren tachtig op jaarniveau wel eens een grotere cao-loonstijging was, maar dat cijfer is volgens hem niet goed met de huidige kwartaalcijfers te vergelijken.
Dat bedrijven de lonen voor hun personeel zo hard opschroeven heeft alles te maken met de hoge inflatie. Daardoor zien werkgevers zich gedwongen om tegemoet te komen aan de eisen van vakbonden, legt Notten uit. Volgens hem is sprake van een „behoorlijke inflatiereparatie”. Vooral in het onderwijs gingen de cao-lonen hard omhoog, namelijk met 8 procent. En daarin is het recente cao-akkoord voor het voortgezet onderwijs nog niet eens meegenomen.
De laatste maanden is de hoogte van de inflatie wel behoorlijk afgenomen, omdat de energieprijzen beduidend lager liggen dan een jaar geleden. Het inflatiepercentage voor het derde kwartaal wordt volgende week pas bekend. Maar op basis van de maandcijfers over juli en augustus en een al gedane snelle raming voor september zal het percentage waarschijnlijk rond de 2,6 uitkomen, denkt het CBS.
Dat is dus behoorlijk lager dan de loonstijging. Dat betekent dat de reële loonstijging 3,4 procent zou bedragen. Notten legt uit dat dit cijfer een goede graadmeter is voor de koopkracht van Nederlandse werknemers. Dit wil namelijk zeggen dat werknemers er, gelet op hun cao-loon, het meest op vooruit zijn gegaan in hun portemonnee sinds het CBS dit begin deze eeuw bijhoudt.
Het CBS meldde vorige maand nog dat Nederland in heel 2022 de grootste koopkrachtdaling in zo’n veertig jaar kende. Maar daarin waren veel meer gegevens meegenomen, niet alleen over werknemers maar bijvoorbeeld ook over zelfstandigen. Daarin waren ook de maatregelen van de overheid om huishoudens te helpen met hun gestegen energierekening meegenomen. „Dat de reële loonstijging nu zo hoog uitpakt, wil dus niet zeggen dat de koopkracht in zijn geheel ook zo sterk omhoog gaat”, nuanceert Notten.