Argentijnen doen alles om aan dollars te komen
Van de officiële dollar tot de ‘luxe’-dollar, ‘agro’-dollar en een ‘Qatar’-dollar: de Argentijnen wringen zich in allerlei bochten om aan dollars te komen.
„Wil je dollars met ons wisselen?” Het Argentijnse stel dat me een kamer verhuurt in Buenos Aires kijkt me vragend aan. Is prima, antwoord ik, niet wetend wat me te wachten staat. De vrouw des huizes verdwijnt naar de slaapkamer en komt terug met een stapel geld waar je glansrijk Monopoly mee wint. Binnen 2 minuten ligt de tafel vol met ruim 170 biljetten, in 16 stapeltjes van 1000 peso’s elk. Ik overhandig het stel 3 groene biljetten. De wissel is rond.
Mijn stapel geld is indrukwekkend, maar ook vrij waardeloos. Ooit, in de jaren 90, was 1 Argentijnse peso precies 1 dollar waard. Toen ik in 2014 in Argentinië woonde, kreeg ik 16 peso’s voor een dollar. Nu krijg ik 750 peso’s voor diezelfde dollar. En omdat de inflatie al jarenlang even indrukwekkend is, koop ik nog steeds ongeveer hetzelfde met die ene dollar. Kostte een kop koffie in 2014 nog 16 peso’s, nu is dat rond de 750 peso’s.
Officieel is een dollar 350 peso’s waard. Alleen, tegen die koers mag de gewone Argentijn niet wisselen, want de regering weet dat er dan geen dollar in de Centrale Bank over zou blijven. Ondanks het forse rentepercentage van 118 procent dat spaarders in het Zuid-Amerikaanse land krijgen, haalt geen Argentijn het in het hoofd om zijn peso’s op een spaarrekening te zetten. En zo is er een bloeiende zwarte wisselmarkt ontstaan, doorgaans in schimmige wisselkantoortjes, die bekendstaan als ”cuevas” – grotten. De blauwe dollar, noemen de Argentijnen die informeel gewisselde dollars, naar het blauwe stripje in het midden van de biljetten.
Maar het blijft niet bij twee koersen. Om de zwarte markt te ontmoedigen, heeft de regering een tiental nieuwe wisselkoersen ingevoerd, die elk aan een andere behoefte tegemoet komen. Zoals betalingen voor toeristische doeleinden in het buitenland, in de volksmond bekend als de Qatar-dollar (vernoemd naar het land waar het wereldkampioenschap voetbal plaatsvond, en voetbal is nu eenmaal een levensbehoefte voor de Argentijnen), een extra lage agro-dollar, die boeren ertoe moet bewegen hun productie te exporteren, en de luxe-dollar voor investeringen, onder andere.
Dat systeem is even onnavolgbaar als onbetrouwbaar, en daarom verdwijnen de meeste dollars nog steeds in sokken onder de Argentijnse matrassen. Nu komt daar binnenkort misschien verandering in: 22 oktober kiezen de Argentijnen een nieuwe president, in de eerste ronde van de nationale verkiezingen. De populistische presidentskandidaat Javier Milei, een politieke outsider die aan kop gaat van de peilingen, belooft een einde te maken aan de financiële crisis door de peso ‘op te blazen’ en de dollar in te voeren als officiële munt.
Critici zeggen dat deze ogenschijnlijk magische oplossing de Argentijnen in een nog veel diepere crisis zal storten. Maar deze waarschuwingen zijn aan dovemansoren gericht. Een kat in het nauw maakt rare sprongen.