Rechter Alvin Hellerstein wees een verzoek van de CIA tot opschorting van een soortgelijk vonnis, dat hij uitsprak in september 2004, van de hand. Volgens de wet op de vrijheid van informatie moeten de dossiers worden overhandigd aan de burgerrechtenbeweging ACLU.

De CIA had voor zijn verzoek een beroep gedaan op een bepaling in de wet die stelt dat dossiers over nog lopende zaken geheim mogen blijven. Hellerstein was echter van oordeel dat de inlichtingendienst onvoldoende hard heeft kunnen maken dat de bedoelde documenten in aanmerking komen voor die uitzondering.

De ACLU vroeg de CIA al in oktober 2003 om vrijgave van de dossiers. Die wees dergelijke verzoeken van de burgerrechtenbeweging echter herhaadelijk van de hand, waarna de ACLU besloot naar de rechter te stappen om ze alsnog in handen te krijgen.

De documenten kunnen volgens de ACLU licht werpen op het beleid van de inlichtingendienst bij verhoren. De burgerrechtenbeweging wil weten of dat de mishandeling en marteling van gevangenen toestaat. De ACLU onderzoekt dat naar aanleiding van onder meer het schandaal rond de Iraakse Abu Ghraib-gevangenis en aantijgingen van ex-gedetineerden op de marinebasis Guantanamo Bay op Cuba.