Economisch instituut wijst op haperende arbeidsmarkt Duitsland
Duitse werkgevers nemen minder nieuw personeel aan. Met name de maakindustrie van de grootste economie van de Europese Unie kampt met een afname van de orders. Daarom treffen meer ondernemingen voorbereidingen om met minder werknemers verder te gaan, concludeert het economische onderzoeksinstituut Ifo.
„De sterke expansie van de werkgelegenheid komt hiermee tot stilstand”, stelt Klaus Wohlrabe, hoofd onderzoek bij Ifo. De goed aangeschreven onderzoeksorganisatie wijst erop dat werkgevers minder vaak vervangers zoeken voor personeel dat is vertrokken.
De graadmeter die Ifo bijhoudt voor de toestand op de Duitse arbeidsmarkt daalde deze maand ruim een punt tot een stand van 95,9 punten. Dat is de laagste stand sinds februari 2021, toen de coronacrisis nog voor veel onzekerheid binnen het bedrijfsleven zorgde.
Duitse bedrijven hadden het onder andere zwaar door de energiecrisis na de Russische inval in Oekraïne, die voor torenhoge gas- en elektriciteitsprijzen zorgde. De op export gerichte industrie voelt daarnaast de wereldwijde afkoeling van de economische groei. Ifo ziet ook in de dienstensector het enthousiasme om nieuw personeel te werven wat afnemen.
Economen, gepeild door persbureau Bloomberg, rekenen in doorsnee op economische krimp dit jaar in Duitsland, de belangrijkste handelspartner van Nederland. Tot nu toe hebben de tegenslagen voor slechts een kleine toename van de werkloosheid gezorgd. Onderzoekers van Ifo verwachten dat de vraag naar nieuw personeel weer aantrekt als de Duitse economie aantrekt. Daarnaast zorgt de vergrijzing voor krapte op de arbeidsmarkt. „Op de middellange termijn halen demografische ontwikkelingen meer en meer werknemers van de arbeidsmarkt af.”