Onzeker werk leidt volgens onderzoek tot uitstel eerste kind
Nederlanders die tijdelijke arbeidscontracten hebben, krijgen gemiddeld later kinderen dan mensen met een vast contract. Dat is een van de verbanden die socioloog Daniël van Wijk van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) heeft gevonden. Niet alleen werkloosheid en een laag inkomen in het hier en nu leiden dikwijls tot uitstel, meldt hij. Ook jongvolwassenen die eerdere ervaringen hebben met werkloosheid of een te laag inkomen, wachten gemiddeld langer met een eerste kind.
Vrouwen die moeder worden, hebben het vaakst een vaste aanstelling. Een tijdelijk contract verlaagt de kans op een eerste kind volgens de studie met zo’n 20 procent. Bij mannen levert een tijdelijke contract een afname van 8 procent op. Mannen en vrouwen die niet werken, krijgen het minst vaak een eerste kind. Onder mannen is de kans om vader te worden verder het grootst onder zzp’ers, gevolgd door mannen met een vaste aanstelling.
Van Wijk ziet in ons land een „sterke samenhang” tussen het hebben van een gunstige economische positie en de geboorte van een eerste kind. Ouders willen het liefst hun werk goed op de rit hebben voordat ze aan kinderen beginnen. Hun economische positie wordt echter „onder druk gezet” door tal van factoren, zoals onzekere banen, studieschulden, een krappe huizenmarkt en hoge inflatie.
„De slechte economische positie van sommige jongvolwassenen kan daarmee ook in de toekomst bijdragen aan een verdere stijging van de leeftijd waarop mannen en vrouwen aan kinderen beginnen” schrijft Van Wijk. Hij deelt de bevindingen uit zijn promotieonderzoek in een artikel voor Demos, het tijdschrift van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). De Volkskrant berichtte daar maandag ook over.
De gemiddelde leeftijd waarop Nederlandse vrouwen gemiddeld een eerste kind krijgen is gestegen van 27,8 jaar in 1991 tot 30,3 jaar in 2021. De Groningse studie maakt duidelijk dat ook de hoogte van het inkomen van belang is, maar dan vooral bij de mannen. „Dit effect is vrij groot: mannen met een inkomen van meer dan 3000 euro per maand krijgen negen maanden later meer dan twee keer zo vaak een kind als mannen met een inkomen van tussen de 1000 en 1500 euro”, schrijft Van Wijk.
Bij vrouwen is het veel gelijker verdeeld. Vrouwen met een inkomen onder de 1000 euro per maand hebben zelfs een iets grotere kans op een eerste kind dan vrouwen die meer verdienen.