Drie eeuwen Franse Kerk in gastvrij Potsdam
De Frans-hervormde gemeente in Potsdam bij Berlijn viert haar 300-jarig bestaan. Zaterdag is de slotdag van de herdenking. Hoe is deze Franse vluchtelingengemeente, gesticht in 1723, ontstaan?
De Hugenotenkerk aan de Charlottenstrasse is een opvallende verschijning in een wijk die door hoge flatgebouwen wordt gedomineerd. Terecht is de Franse gemeente trots op dit fraaie godsgebouw, dat sinds het bombardement op Potsdam in 1945 de oudste kerk van de deze voorstad van Berlijn is.
De ronde vorm, met koepel, blijkt geïnspireerd door het veel grotere Pantheon in Rome. De ingang (portico) is versierd met vier Dorische zuilen. De driehoek erboven (timpaan) vermeldt de naam van God in Hebreeuwse letters, omgeven door zonnestralen. Nog meer symboliek laten de beide nissen naast de ingang zien: een vrouwenfiguur met een anker en een duif stellen ”hoop” voor; een figuur met twee kinderen symboliseren ”liefde”.
Binnen is de kerk een toonbeeld van eenvoud. De hooggeplaatste, smalle preekstoel in typische hugenotenstijl en een avondmaalstafel met geopende Bijbel staan centraal. Het enige sierstuk is het fraaie historische barokorgel.
Grote vlucht
Koning Frederik Willem II van Pruisen schonk de kerk in 1753 aan de gemeente. Maar de eigenlijke geschiedenis van deze hugenotengemeente dateert al van 1685. Toen begon de grote vlucht uit Frankrijk. Koning Lodewijk XIV had dat jaar definitief een dikke streep gezet door het tolerantie-edict van Nantes, dat de Franse protestanten een leefbare godsdienstvrijheid garandeerde. Daardoor waren zij vanaf 1685 feitelijk volledig vogelvrij verklaard. Hoewel het streng verboden was om te emigreren, vluchtten tallozen naar het buitenland.
Ongeveer 30.000 hugenoten besloten zich te vestigden in Duitsland. Daar trokken zij allereerst naar calvinistische vorstendommen als Hessen-Kassel, waar landgraaf Karel hun reeds in april 1685 bijzondere vestigingsvoorrechten verleende.
Maar ook in Brandenburg waren zij welkom, waar keurvorst Frederik-Willem I in datzelfde jaar het Edict van Potsdam uitvaardigde en de immigranten de zo verlangde godsdienstvrijheid bood. Zo’n 20.000 geloofsvluchtelingen maakten hier dankbaar gebruik van en bouwden in en rond het huidige Berlijn een nieuw bestaan op.
Waarom nam deze keurvorst zoveel aantrekkelijke vestigingsvoordelen op in dit Edict van Potsdam? Aan de ene kant uit mededogen, omdat hij zijn Franse geloofsgenoten graag wilde helpen uit hun benarde situatie. Maar zeker ook omdat hij grote maatschappelijke voordelen verwachtte van immigratie. Zijn land, ontvolkt door de 30-jarige Europese godsdienstoorlog (1618-1648), had dringend nieuwe kolonisten nodig. Enorme stukken land lagen braak, veel nederzettingen waren verlaten. De geloofsgenoten konden veel ambachtelijke en landbouwkundige kennis meebrengen. De keurvorst bood daarom de hugenoten –maar ook de waldenzen– verleidelijke privileges, zoals huurvrij wonen, schuldenvrij land, gratis bouwmaterialen en vrijstelling van belastingen.
Aankomst
De eerste hugenoten arriveerden begin 1686 in Potsdam. Vanaf 1719 liet keurvorst Frederik Willem I voor hen een ”Franse wijk” met ongeveer vijftig huizen bouwen, als onderdeel van de eerste uitbreiding van de kleine stad.
Op 21 juli 1723 stichtten hugenoten in Potsdam officieel de Frans-hervormde gemeente. De eerste voorganger was Thomas le Cointe. Aanvankelijk kerkten de Franse gereformeerden in de kasteelkapel, maar ze moesten op zoek naar een nieuwe kerkruimte, omdat de keurvorst deze kapel voor eigen doeleinden liet verbouwen. Om kerkdiensten in het Frans te kunnen blijven houden, was het nodig een kerk te vinden waar de gemeente vóór de gebruikelijke kerkdienst van 10.00 uur hun ”exercise de Pieté” kon houden. De keuze viel toen op de Garnizoenskerk. In 1752 verleende de Frederik-Willem II toestemming voor het bouwen van een eigen godsgebouw. De inwijding van deze Franse Kerk vond plaats op 23 september 1753.
Oorlogsperikelen
Tijdens de bezetting door Napoleon Bonaparte van 1806 tot 1808 diende de kerkzaal als magazijn van de cavalerie – en werd die grotendeels verwoest. Maar de kerk kon in 1856 –na een restauratie– weer in gebruik worden genomen. Een bomaanval tijdens de Tweede Wereldoorlog (op 14 april 1945) verwoestte bijna de hele Franse wijk van Potsdam. De Franse koepelkerk bleef echter nagenoeg onbeschadigd.
Na de val van de Berlijnse Muur en de hereniging van Duitsland in 1990 begon een nieuwe fase voor de Franse gemeenschap. Met het einde van de Koude Oorlog ontstonden er nieuwe kansen voor herstel en renovatie. De kerk werd erkend als belangrijk cultureel en historisch erfgoed.
Dankzij giften en overheidssteun kon de Franse Kerk na de ”Wende” stap voor stap worden hersteld. Er worden sinds 1993 weer kerkdiensten gehouden. De laatste jaren steeg het aantal gemeenteleden tot ongeveer 200.
De kerkdiensten worden eenmaal per veertien dagen gehouden. Een „preekteam” van gemeenteleden komt ter voorbereiding samen om over de komende preektekst na te denken en bij te dragen aan de vormgeving van de liturgie.
Achter de Franse Kerk is een hugenotentuin aangelegd, ter herinnering aan de nieuwe gewassen die destijds door de hugenoten werden geïntroduceerd. Ze voerden de teelt van asperges, bloemkool, artisjokken en keukenkruiden in en werkten samen met de waldenzen mee aan de verspreiding van de voedzame aardappel.
Viering
De viering van ”300 jaar Franse Kerk in Potsdam” wordt zaterdag afgesloten met een feestelijke herdenkingsdienst. Pastor Kathrin Oxen, predikant van de Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche in Berlijn, zal dan in de Franse Kerk een preek houden – precies op de dag waarop in 1753 de kerk in gebruik werd genomen.