Waterschap test golfoverslag op IJsselmeerdijk in Flevoland
Waterschap Zuiderzeeland en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) van Rijkswaterstaat gaan op de IJsselmeerdijk in Flevoland de erosie door golfoverslag testen. Op de dijk worden op vier plaatsen nieuwe materialen gebruikt voor dijkovergangen. Op één plaats wordt de klassieke dijkovergang gehandhaafd. De waterbeheerders willen weten of dijken met nieuwe materialen minder verhoogd hoeven te worden. Dat zou veel goedkoper zijn, aldus het HWBP.
De IJsselmeerdijk tussen Lelystad en de Ketelbrug bij Noordoostpolder moet over een lengte van 17 kilometer versterkt worden om te voldoen aan de nieuwe eisen voor hoogwaterveiligheid. De IJsselmeerdijk wordt zwaar belast, omdat harde wind bij een noordwesterstorm over de hele lengte van het IJsselmeer tegen de dijk aanbeukt. Langs de dijk worden over tien kilometer vooroevers aangelegd. Vooroevers verlengen de dijk onder water en werken als een golfbreker. Het andere dijkgedeelte van zeven kilometer wordt verhoogd en verzwaard.
Waterschappen proberen bij elke grote dijkversterking op dit moment nieuwe technieken uit. Doel is de peperdure dijkverzwaring duurzamer en goedkoper te maken, want het is lang niet zeker of de huidige ronde dijkversterking in het kader van het HWBP genoeg is om de gevolgen van klimaatverandering in deze eeuw te weerstaan. Het huidige HWBP loopt tot 2050.
Op de IJsselmeerdijk worden onder meer overgangen gemaakt van geotextiel en van sterk verdichte klei. Een golfsimulator op de dijk zorgt voor golven die met stormkracht over de dijkovergangen spoelen. Als een nieuwe methode succesvol blijkt kan die bij dijken in heel Nederland worden toegepast, aldus het schap.