Gevoelige nederlaag voor Dexia
Onder contracten voor beleggingen met aandelenlease dienen bij echtparen de handtekeningen van beide partners te staan. Dat heeft het gerechtshof in Den Bosch dinsdag bepaald in een voorlopige uitspraak.
Volgens het hof is aandelenlease een vorm van huurkoop. Bij koop op afbetaling moet een contract ook door de eventuele partner worden getekend.
De raadsheren in Den Bosch zijn tot deze conclusie gekomen in een hoger beroep dat drie beleggers in aandelenlease hadden aangetekend. De beleggers hebben geld gestoken in de zogenoemde Winstverdriedubbelaar. Dat is de meest verkochte belegging met geleend geld, die werd aangeboden door Dexia.
Het is de eerste uitspraak van een gerechtshof over de vraag of aandelenlease een vorm van huurkoop is. Diverse rechtbanken in Nederland kwamen de afgelopen maanden met tegenstrijdige vonnissen in deze kwestie. Afgelopen zomer oordeelde de kantonrechter in Amsterdam in het voordeel van een grote groep ontevreden beleggers, verenigd in de stichting Eegalease. De bank Dexia ging daarop in beroep. Naar verwachting doet het gerechtshof in Amsterdam in april uitspraak.
De conclusie van het hof in Den Bosch betekent een opsteker voor beleggers in aandelenlease. Veel consumenten hebben aan hun belegging met geleend geld een schuld overgehouden. Beleggers die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, willen daarom hun beleggingscontract laten ontbinden. De uitspraak van het hof betekent voor hen een stap in de goede richting, want onder de contracten voor aandelenlease staat doorgaans maar één handtekening.
Woordvoerder P. Koremans van de belangenclub Platform Aandelenlease reageerde opgetogen op de uitspraak. „Dit gaat de goede kant op voor een heel grote groep beleggers.” Koremans spreekt van een dubbele klap voor Dexia in korte tijd, omdat de bank vorig week ook een beroepszaak bij het klachteninstituut van de effectenhandel, DSI, verloor.
Een woordvoerder zegt dat Dexia „niet blij” is met de uitspraak. „Maar we hebben eerder al gezegd dat het eindoordeel in deze zaak aan de Hoge Raad is. Daar blijven we bij en daar wachten we dus op.”