Oekraïne lanceerde in juni een tegenoffensief nadat het op grote schaal westers wapentuig had ontvangen. In het zuiden wordt geleidelijk opgerukt richting de Krim en in het oosten wordt gevochten bij Bachmoet, dat Rusland eerder dit jaar in handen kreeg na slepende en bloedige gevechten. Maliar zegt dat in de omgeving van Bachmoet recentelijk weer twee dorpen zijn heroverd door het Oekraïense leger.

De Amerikaanse denktank Institute for the Study of War (ISW) stelt dat Oekraïne het afgelopen jaar veel onterechte kritiek heeft gekregen vanwege de operaties bij Bachmoet. Rusland heeft volgens ISW luchtlandingstroepen naar het gebied gestuurd om te helpen bij de verdediging tegen de oprukkende Oekraïeners. Die troepen kunnen daardoor niet in het zuiden worden ingezet en dat wordt omschreven als een aanzienlijke prestatie.

Het Britse ministerie van Defensie kwam maandag met een vergelijkbare analyse. Er zouden vermoedelijk ook vijf regimenten Russische luchtlandingstroepen naar de omgeving van het zuidelijke Robotyne zijn gestuurd. Daar zou Oekraïne een doorbraak hebben bewerkstelligd. Als die Russische regimenten op volle kracht zijn, gaat het volgens de Britten om zo’n 10.000 militairen. In de praktijk zijn het vermoedelijk veel minder.

Het ministerie stelt dat de leiding van de luchtlandingstroepen de situatie vermoedelijk als „zeer onbevredigend” ziet. Hun troepen kunnen zo niet worden ingezet als mobiele aanvalsmacht die snel kan toeslaan, maar moeten noodgedwongen overbelaste grondtroepen ondersteunen.