Getuige brengt Hells Angels in het nauw
Hoe betrouwbaar is kroongetuige Angelo D.? Die vraag stempelde dinsdag het proces tegen de vijftien Limburgse Hells Angels die worden verdacht van de moord op hun drie clubgenoten in februari vorig jaar.
Tamelijk zelfverzekerd en ogenschijnlijk ontspannen legde de 46-jarige Antilliaan belastende verklaringen af over de betrokkenheid van de Nomads bij de geruchtmakende moord.
De man zat in een afgeschermde cabine boven in de rechtszaal in Rotterdam. De procesdeelnemers zagen Angelo D., voorheen visser op Curaçao, via een beeldscherm. Omwille van de veiligheid van de getuige was het proces van de bunker in Amsterdam verplaatst naar de strengbeveiligde rechtbank in de Maasstad.
Angelo D., lid van de aan de Hells Angels gelieerde club Carribbean Brothers, is zijn leven niet meer zeker nu hij uit de school is geklapt over de Hells Angels. „Ik keer niet terug naar Curaçao. Ik heb geen vrienden”, meldde de man -ronde kop, weelderige haardos- vanuit zijn cabine. Hij zit in een zogeheten getuigenbeschermingsprogramma van justitie. Zelf wordt hij ook verdacht van drugshandel.
De aanleiding voor de moord op de drie Nomads zou de diefstal (ripdeal) van een partij van 300 kilo cocaïne zijn. De drie Nomads zouden Colombianen hebben bedrogen.
De Nomads zelf hebben de hand gehad in de moord op hun drie ”brothers” Paul de Vries, Serge Wagener en Cor Peijnenburg, meldde Angelo D. dinsdag. De opdracht voor de moord zou zijn gekomen van de Hells Angels uit Amsterdam, toen nog onder leiding van Willem van B., alias Big Willem. De kroongetuige zegt dat van een voorman van de Carribbean Brothers te hebben gehoord na de begrafenis van de drie slachtoffers. Het viel hem op dat tijdens de begrafenis „niemand emoties toonde.”
In maart vorig jaar kreeg Angelo D. het aan de stok met de Hells Angels Marco H. en Jack S., twee van de vijftien verdachten. D. werd gesommeerd om vanaf Curaçao het vliegtuig te pakken naar Nederland om uitleg te geven over zijn betrokkenheid bij de diefstal van de partij harddrugs. D. zelf zegt daar absoluut niets mee te maken te hebben. „De Colombianen weten waar ik woon. Als ik bij de ripdeal betrokken was, had ik allang een kogel door mijn hoofd gekregen. Ik had niks te verbergen. Als ik niks verkeerds heb gedaan, ga ik niet achteruit.”
Eenmaal in Nederland moest de Antilliaan zich melden in het huis van Hells Angel Marco H. in Sittard. Daar was ook Jack S. Bij een andere ontmoeting, dezelfde zondag nog, zegt D. te zijn bedreigd door de twee Nomads. Op een donkere plek in Sittard toonde Marco H. hem een pistool.
Angelo D., die meermalen over de vloer kwam in het clubhuis van de Nomads in Oirsbeek, heeft bij dat honk vermoedelijk bewijsmateriaal verbrand.
„Er stonden twee grote houten tonnen buiten bij de deur, die me zeer geschikt leken voor een vuur. Daar hebben we toen ook wat dunne plaatjes hout bijgedaan, laminaat bleek later. Ik ben een beetje een koukleum, dus ik vond het vuur een goed idee.” De drie Nomads zijn volgens het openbaar ministerie in het clubhuis om het leven gebracht. Kort na de moord is het interieur van het honk grondig gereinigd, vermoedelijk om bloedsporen uit te wissen.
Vanwege het gewelddadige karakter van de Hells Angels zegt Angelo D. met justitie in zee te zijn gegaan. „Ik wou eruit stappen. Ik wil niks met ripdeals te maken hebben. Ik had nooit gedacht dat er doden zouden vallen.”
De verdediging heeft bedenkingen bij de rol van Angelo D. Advocaat mr. N. Meijering, raadsman van Marco H., hield de kroongetuige de theorie voor dat hij omwille van zijn eigen veiligheid gekozen heeft voor een beschermingsprogramma van justitie om later alsnog goud geld van een drugsdeal op te strijken. D. sprak dat verhaal tegen. Hij zei geen cent te bezitten.
Later deze week komen de zogeheten kluisverklaringen van de kroongetuige openbaar. Dat zijn verdere verklaringen van Angelo D. over de moordzaak. Waarschijnlijk moet D. volgende week opnieuw opdraven om nieuwe vragen te beantwoorden.
Donderdag gaat het proces weer in de bunker in Amsterdam-Osdorp verder. Justitie heeft onder meer technisch bewijs voor betrokkenheid van de Nomads bij de moorden op hun drie clubgenoten. Dan gaat het om bloedsporen in het clubhuis. Ook is er op een door de Nomads gehuurde bus varkenskruid gevonden dat ook groeit langs de Geleenbeek bij Echt, waar de drie lichamen zijn gevonden.